Visser, partner binnen het advocatenkantoor Fisherman kwam deze week in het nieuws als woordvoerder van Marcan Vastgoed, een Rotterdamse vastgoedbelegger die geclusterd op een paar plekken in de Maasstad aardig wat horecapanden in zijn bezit heeft. Marcan zou op brute wijze haar huurders hebben laten weten dat de huurverplichtingen, coranacrisis of niet, gewoon moeten worden voldaan.
Op voorhand niet betalen
Dat laatste klopt volgens Visser in ieder geval niet. ‘Er is een algemene brief geweest waarin Marcan begrip heeft getoond voor de situatie waarin horecabedrijven verkeren en waar het bedrijf ook aandacht vraagt voor de mogelijkheden die de overheid de ondernemers in deze crisistijd biedt.’ Daarnaast is er één losse brief gestuurd naar een horecaondernemer die op voorhand al aangaf de huur niet meer te gaan betalen. Daarop heb ik hem een brief geschreven die ik als huurrechtadvocaat wel vaker schrijf en waarin ik de huurder aan de betalingsverplichting heb herinnerd. Er ligt een huurovereenkomst en die dien je in beginsel als huurder na te komen.’
Verzoek om coulance
Visser wijst erop dat er in speciale gevallen een verzoek wordt ingediend om coulance. ‘En natuurlijk zijn dit bijzondere tijden. Maar dit was geen verzoek om coulance, maar gewoon de aankondiging dat hij gewoon even niet ging betalen. Er zijn inmiddels meer huurders geweest die dat hebben gezegd, maar gelet op de commotie die de losse brief op social media opleverde, heb ik die huurders niet apart aangeschreven. Het gaat nu ook gewoon om de toon die je aanslaat.’
15 tot 20 grotere eigenaren
Zijn kantoor werkt voor 15 tot 20 grotere eigenaren van horecapanden in Nederland. Inmiddels wordt er volgens hem nagedacht over oplossingen voor horecabedrijven die in de problemen komen en de huur niet meer (volledig) kunnen betalen. ‘Menig huurder werkt daaraan, in ieder geval als ik kijk naar de klanten waar wij voor werken. Ook zij kunnen hun ogen niet sluiten voor de problemen waar hun huurders nu mee kampen.’
Generieke regeling
Van een generieke regeling voor horecapanden, zoals ook is afgesproken voor retail en wonen is hij geen voorstander. ‘Dat is niet nodig. Maatwerk is in dit geval het beste, omdat niet alle verhuurders en ook niet alle huurders er hetzelfde inzitten.’
Grotere aflossingsverplichtingen
‘Tegelijkertijd geldt dat in dit geval de één verplichtingen heeft, maar de ander ook. Het is belangrijk dat huurders en verhuurders hun best doen, maar minstens zo belangrijk is dat banken ook aansluiten. Vanuit de NVB is aangegeven dat zakelijke klanten met een financiering tot 2,5 miljoen euro maximaal een half jaar uitstel krijgen voor het aflossen van hun verplichtingen. Maar als ik kijk naar mijn klanten heb je het vaak ook over grotere vastgoedeigenaren met grotere aflossingsverplichtingen. Daarom is het belangrijk dat alle partijen meedoen.’
Betalingsregeling
Vastgoedeigenaren zijn zich er volgens hem grosso modo wel van bewust dat partijen ook na de crisis met elkaar verder moeten. ‘Je laat geen horecabedrijf omvallen als dat niet per se nodig is. Eigenaren kijken naar hun verplichtingen en tegelijkertijd naar de ruimte die er is om mee te denken. Dan moet je denken aan het deels wel betalen van de huur en deels niet, waarvoor dan bijvoorbeeld een betalingsregeling kan worden getroffen. Voor het volledig kwijtschelden van betalingsverplichtingen kan denk ik geen sprake zijn, omdat de eigenaar zelf ook verplichtingen heeft, hoofdzakelijk op het financieringsvlak.'
Noodpakket kabinet
Een groot deel van de problematiek wordt volgens hem opgelost door het noodpakket van het kabinet voor de economie. ' De paar klanten die ik aan de kant van horecaondernemers heb, zijn blij met de overname van de loondoorbetaling, het opschorten van de aflossingsverplichting door banken en het uitstel van de belasting.’ Tegelijkertijd gaat de huur gewoon door en is de tegemoetkoming van 4.000 euro vaak al niet genoeg om één maand huur op te vangen. Visser: ‘Dat blijft maatwerk, want er zijn nu ook ondernemers die deze periode zonder overige lasten aangrijpen om te investeren in een nieuw concept of een nieuwe inrichting.’
Mensen twijfelachtiger
In zijn eigen praktijk heeft hij naar eigen zeggen meer te maken met mensen die twijfelachtiger zijn in het nemen van een besluit. ‘Dat kan betekenen dat klanten besluiten even niet te gaan procederen en er toch onderling proberen uit te komen. Ik merk zelf dat je in deze tijden ook meer opschuift richting de rol van adviseur. Klanten willen weten hoe je hiermee omgaat en vragen of je hen hierin wilt bijstaan. Er wordt echt meer van je gevraagd.'