Hoe spelen jullie als vereniging in op de coronacrisis?
‘Voor een branchevereniging als de Neprom is er altijd wel wat te doen. Maar dit is bij uitstek een tijd waarin we ons kunnen bewijzen. Er is momenteel heel veel contact, met de leden, met andere branches, met departementen en soms ook ministers. Het is nu echt alle hens aan dek wat zich ook vertaalt in extra vergaderingen. De commissies voor woningmarkt en stedelijke ontwikkelingen zijn nu in korte tijd al twee online bijeengekomen, waar dat normaal in een heel jaar hooguit vier, vijf keer is. En ook het bestuur vergadert nu eens in de twee weken. Nog even los van alle contacten in de verschillende app-groepen.’
Op wat voor manier bewijzen jullie je richting de leden?
‘In de eerste plaats door kennis te delen. Wat speelt er momenteel bij de leden en wat zou je anders kunnen doen, zodat je op dit moment toch kunt blijven ondernemen. Dat delen we in onze commissies en nemen we met de andere branches mee in de gesprekken die we voeren met het Rijk.’
Is het besef dat ook de projectontwikkeling wordt geraakt gedaald bij andere stakeholders, zoals gemeenten?
‘Twee weken geleden was dat echt nog een punt van zorg. Vandaar dat wij er toen voor hebben gepleit bij gemeenten om procedures zoveel als mogelijk digitaal door te laten gaan. Als je ziet welke omslag er dan nu al gemaakt is, vind ik dat heel knap. Ook in de samenwerking met de Raad van State zijn die slagen gemaakt en zelf zijn wij onder meer ook betrokken geweest bij het maken van een protocol, zodat er op de bouwplaats gewoon kan worden doorgewerkt.’
Daalt door verlenging van de lockdown maatregelen het besef in dat de coronacrisis geen kwestie is van een korte pauze?
‘Bij ons heeft die gedachte geen seconde gespeeld. Sterker nog, wij hebben er juist bij onze leden en bij gemeenten op aangedrongen om gewoon door te gaan met het maken van plannen. In het begin kon je er nog weinig van zeggen, nu begint toch langzaam het besef te komen dat we straks niet zomaar weer teruggaan naar normaal. Er wordt steeds meer gerekend met negatieve scenario’s’
Hoe vertaalt zich dat naar de ontwikkeling van nieuwe projecten?
‘De economische recessie die we nu waarschijnlijk in gaan, heeft zowel impact op huishoudens als op bedrijven, ook in onze sector. Er zal minder worden geïnvesteerd. Dat laat zich als eerste voelen op de winkelmarkt, waarbij toch al nauwelijks nieuwbouw was te zien. Vermoedelijk versnelt deze crisis de trend naar online. Dat is niet makkelijk als je je als ontwikkelaar specifiek richt op winkels, maar biedt tegelijkertijd kansen voor herontwikkeling. Ook de kantorenmarkt zou wat terug kunnen lopen op het moment dat de werkgelegenheid als gevolg van de recessie afneemt. Maar ik wil waken voor een te somber beeld.’
Hoe bedoel je dat laatste?
‘Ik denk dat je zeker niet je kop in het zand moet steken voor de gevolgen van de deze crisis, maar je moet ook niet gelijk in zak en as gaan zitten. Deze markt is er één van vertrouwen. Wat dat betreft zit het op de woningmarkt nog wel goed. Ik had van de week een ontwikkelaar van een klein woningbouwproject aan de lijn die binnen no time 275 inschrijvingen binnen had. Ook andere projecten die in verkoop gingen werden ruimschoots overtekend. We moet ons niet de put in laten praten. Er is nog steeds een enorm woningtekort en tegelijkertijd zou het ook wel eens zo kunnen zijn dat de economie mede daardoor weer snel opveert. Mensen willen toch wonen.’
Wat zijn wat jou betreft de uitdagingen voor de sector om de draad straks weer op te pikken?
‘Het gaat vooral om vertrouwen. Door dat uit te stralen zorg je ervoor dat de beschikbare middelen weer terugkeren, ook voor de langere termijn. Daar spelen we, ook in overleg met het Rijk op in. Tot voor kort was er veel te weinig plancapaciteit om in te spelen op de enorm behoefte aan woningen. Die wordt nu op veel plaatsen opgeschroefd naar 130 procent. Daarbij wordt ook gekeken naar uitwijklocaties in het buitengebied als er binnenstedelijk niet meer kan worden gebouwd. Het is ongelooflijk belangrijk dat we nu niet wegzakken, dat we gaan afschalen in mensen die we er nu net weer bij hebben. En dat geldt ook voor de gemeenten.’
Hoe houd je dat vertrouwen op peil?
‘De overheid probeert met diverse ondersteunende maatregelen door de crisis heen te helpen. Tijdens de vorige crisis waren er ook fondsen op provinciaal en gemeentelijk niveau om de woningmarkt aan de gang te houden. Als de crisis echt langer voortduurt zou je daar ook aan kunnen denken, maar vooral als back-up in de vorm van garanties.’
Zijn de huidige stikstofregels geen hinderpaal voor een snelle doorstart van de nieuwbouw?
‘Dat moet zeker opgelost worden, ook in het licht dat de bouwsector nauwelijks bijdraagt aan de stikststofuitstoot. Benut nu deze tijd om dat eens goed te regelen. Het is essentieel dat projectontwikkelaars die de draad weer op willen pikken dan niet opnieuw gehinderd worden door stikstofregels. Ik wil de stikstofdepositie geenszins bagatelliseren. Dat betekent in de eerste plaats aanpak van de bronnen die dit probleem echt veroorzaken en fors inzetten op natuurherstel. Natuurlijk, ook de bouwsector zal haar eigen kleine steentje moeten bijdragen aan de oplossing. Tegelijkertijd moeten we zeker nu niet het slachtoffer worden van een voor de bouwsector gecreëerd probleem, terwijl de oplossing elders ligt. Dit is het moment dat het kabinet moet doorpakken op dit dossier.’