Dat zei Harry van Zandwijk op 4 juni 2019 tijdens vastgoedbeurs Provada. De ceo van Jan Snel sprak op de Vastgoedmarkt-stand op het Transformatieplein over nut en noodzaak van modulaire huisvesting. ‘De nood is hoog, er is een chronisch woningtekort. In 2015 was er al een tekort van 134.000 tekort in 2015, volgend jaar loopt dat op naar 190.000. De komende tien à vijftien jaar zijn 1 miljoen nieuwe woningen. Er is een acute behoefte aan elke soort woning, van sociale huur, koop, studentenwoning tot migrantenhuisvesting.’
Een modulair bouwer als Jan Snel kan de traditionele bouwtijd al snel halveren tegen fors lagere kosten, stelt de ceo. ‘De doorlooptijd kunnen we terugbrengen met 30 tot 50 procent, blijkt uit onze projecten. We maken in de fabriek vooraf gebouwde modules. Slecht weer is dus geen vertragende factor meer. Deze bouwvorm levert 50 procent meer efficiëntie op met zelfs 80 procent minder faalkosten. We rekenen geen extra kosten als we een gebouw weghalen. Ongeveer 90 procent van het gebouw en de installaties hergebruiken we.'
Grond reserveren
Het draagvlak voor modulaire bouw is sindsdien steeds verder toegenomen, verklaart Van Zandwijk. 'Modulaire woningen zijn tegenwoordig veel meer dan alleen een prefabwoning. Het gaat om kwalitatief en architectonisch hoogwaardige producten en ook om grondgebonden woningen en gestapelde bouw. Vanwege de hogere kwaliteit weten ook architecten ons steeds beter te vinden.' Onderkennen gemeenten de urgentie op de woningmarkt wel, wil het publiek weten. De Jan Snel-ceo blijft diplomatiek. ‘Ja, het bewustzijn is er wel. De echte versnelling bij gemeenten moet nog wel komen. Die komt als ze grond vrijgeven en reserveren tot 15 jaar lang. Dat gebeurt nog te weinig en deze procedures zijn nog te lang. De grote steden maken wel stappen gelukkig. Rotterdam gaf vorig jaar aan snel 3.000 tijdelijke woningen te willen. Den Haag zei onlangs er ook 3.000 te willen. Bij het ontwikkelbedrijf van Rotterdam hebben we ons geïntroduceerd. Over een maand hopen we hier meer duidelijkheid te hebben.'
Syntrus Achmea
Ook een institutionele belegger als Syntrus Achmea Real Estate & Finance ziet een tijdelijke oplossing in modulaire bouw, zo bleek tijdens de Provada. 'Oplossing van het woningtekort is een maatschappelijke opgave. Planologische procedures staan die oplossing in de weg. Om een omgevingsvergunning te bemachtigen, spreek je vaak over doorlooptijden van twee à drie jaar. Dat kan niet meer in deze tijd. Om die reden zijn we bezig om tijdelijke woningen van bouwers te kopen. Enkele honderden of wellicht duizenden. De procedure is korter. Hier kunnen we mensen huisvesten totdat we de permanente huurwoningen hebben gerealiseerd', zei Edward van Luijn, directeur Acquisitie & Ontwikkeling, tijdens een rondetafelgesprek van Vastgoedmarkt over het middenhuursegment.
Permanent
Jan Snel neemt veel grote projecten voor zijn rekening. Een van de eerste was gebouw Ravel op de Zuidas in Amsterdam. ‘Dat was middenin de crisistijd toen niemand durfde te bouwen. In opdracht van Ravam CV leverde wij in 2014 huisvesting voor 800 studenten op in een gebouw van 28.000 m2.' De laatste jaren volgt het ene na het andere grote project in de hoofdstad. 'Tussen december 2018 en april 2019 hebben we samen met gemeente Amsterdam en woningcorporaties De Key en Eigen Haard op het voormalig sportpark Elzenhagen in Amsterdam-Noord 540 woningen gebouwd. De semi-permanente woningen zijn verdeeld over zes gebouwen. De woonruimtes zijn 20 tot 25 m2 met keukenblok, badkamer en toileten en per gang een gemeenschappelijke ruimte. Tijdelijk is een ruim begrip; de woningen zijn voor twaalf of 25 jaar. In Sloterdijk hebben we in vier maanden 360 studentenwoningen in vier blokken gerealiseerd voor Porten Development. De gebouwen kunnen twintig jaar blijven staan. Het SET-gebouw dat we voor De Alliantie op IJburg hebben gerealiseerd, blijft misschien permanent staan omdat de woningcorporatie de uitstraling zo goed vindt.'
Hoogste van Europa
Onlangs mocht Jan Snel zijn naam schrijven achter het hoogste modulaire woningproject van Europa. In de Duitse stad Bochum gaat het bouwbedrijf in torens tot 38 meter hoog 700 studentenwoningen realiseren. Deze microappartementen worden verdeeld over twee woontorens van tien en twaalf verdiepingen met in totaal circa 23.000 m2 bruto vloeroppervlakte. De bouw start in het eerste kwartaal van 2020, de oplevering een jaar later. Bochum is de vijf na grootste Duitse studentenstad, waar net zoals in veel Nederlandse steden een tekort aan studentenwoningen is.
Utiliteitsbouw
Het huisvestingstekort beperkt zich niet tot de woningmarkt, benadrukt de ceo. 'De bouw loopt overal vast. Er zijn te weinig bouwvakkers om de benodigde nieuwe kantoren, scholen, ziekenhuizen en hotels te bouwen. Ook hier is modulaire bouw een uitkomst. Voor UMC Utrecht hebben we ruim 1.000 m2 aan operatiekamers gerealiseerd. Het gebouw was bedoeld voor vijf jaar maar blijft er tien. Voor Hanze Hogeschool Groningen hebben we een schoolgebouw van 4.000 m2 gerealiseerd. In Waalwijk hebben we het LH Hotel, waar 400 arbeidsmigranten uit Midden-Europa kunnen wonen. We zien nu bezig met een nieuw project in Waalwijk voor nog eens 400 arbeidsmigranten met sportfaciliteiten en een restaurant.'
Circulair platform
Jan Snel wil niet alleen de units hergebruiken, maar heeft ook de ambitie om in de toekomst volledig via een gesloten kringloop te bouwen. 'Om dit voor elkaar te krijgen werken we aan een revolutionair platform met de naam EcoChain. Via dit platform kunnen we bij bedrijven alle fases van het productieproces toetsen op onder meer CO2-uitstoot en afvalverwerking. Hiermee hopen we bedrijven te stimuleren om binnen hun gehele productieketen circulariteit na te streven. Ook zijn we bezig met een circulair design, waarbij panden zo worden ontworpen dat alle materialen worden hergebruikt in nieuwe gebouwen.'
Dit artikel verschijnt 4 juli 2019 in de zomereditie van Vastgoedmarkt.