De nieuwste woondeal is na de woondeals met de gemeente Groningen en Stedelijk Gebied Eindhoven de eerste woondeal in de Randstad die de minister Ollongren (BZK) sluit met regio’s waar de woningmarkt het meest gespannen is. Bovenop de bekende 12 ontwikkelingsgebieden komen er in de Zuidelijke Randstad 6 locaties bij waar woningbouw versneld van de grond moet komen. In de periode tot 2025 moeten er 100.000 woningen extra bijkomen, oplopend tot 230.000 in 2040.
Leiden-Dordrecht
Het leeuwendeel van de bouwopgave staat gepland in de gemeenten die deel uit maken van de Verstedelijkingsalliantie, een samenwerkingsverband van 8 gemeenten langs de spoorlijn Leiden- Dordrecht. De minister stimuleert de versnelling met 550.000 euro voor kennis en personeel via de Vliegende Brigade die gemeenten ondersteunt bij de gebiedsontwikkeling.
Crisis- en Herstelwet
De minister bekijkt of de Binckhorst in Den Haag als Gebiedsinvesteringszone (GIZ) een speciale status kan krijgen en reserveert daarvoor 1 miljoen euro als startbijdrage. Verder wordt tijdwinst geboekt door gebieden gebruik te laten maken van de Crisis- en Herstelwet waardoor procedures verkort worden en gemeenten tijdelijk mogen afwijken van allerlei wettelijke normen.
Prefab-woningen
Bovenop de 12 ontwikkellocaties, hebben Rijk en regio nog eens 6 projecten geselecteerd waar versneld kan worden: Leiden (Lammenschanspark), Zoetermeer (Binnenstad), Rijswijk (Rijswijk-Buiten) Capelle aan de IJssel (Nieuw Rivium), Barendrecht (Stationsgebied) en Lansingerland (Wilderszijde). Om de druk op de regionale woningmarkt verder te verlichten is afgesproken dat er 5 locaties worden geselecteerd voor snel te realiseren flexwoningen. Bijvoorbeeld door het plaatsen van prefab-woningen. Minister Ollongren heeft vorige week bekend gemaakt deze concepten te stimuleren met onder andere vrijstellingen van de verhuurderheffing.
Amsterdam en Utrecht
Voor de zomer wil de minister nog meerjarige afspraken vastleggen met de Metropoolregio Amsterdam en de regio Utrecht. De afspraken worden ondersteund door de regionale koepelorganisaties van de woningcorporaties en de regionale afdelingen van Bouwend Nederland en de NEPROM.