In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen interviewt Vastgoedmarkt politici en prominenten uit de vastgoedwereld over de woningnood. Op 15 maart zullen de partijen met elkaar in debat gaan in Nieuwspoort Den Haag. Dit is deel 2 in de serie met Daniel Koerhuis van de VVD.
‘Ik wil geen nieuwe bureaucratie’, betoogt Koerhuis. ‘Voor de VVD is meer Rijksregie vooral meer ruimte geven aan ontwikkelaars en bouwers om meer woningen neer te zetten. En meer ruimte geven aan corporaties om woningen te bouwen.’
Mouwen opstropen
Koerhuis is een pragmaticus, die het oplopende woningtekort wil oplossen door meer te bouwen, zonder grootste ideologische vergezichten en blauwdrukken. En ook niet door allerlei complexe maatschappelijke vraagstukken alsmaar te verbinden met woningbouw. Want de nood is hoog en dat betekent: mouwen opstropen! Volgens de liberaal moeten er 1,1 miljoen woningen tot 2030 gebouwd worden, maar moeten er een stuk meer woningen gepland worden. Volgens hem zijn er plannen nodig voor zo’n 1,4 miljoen tot 1,5 miljoen. ‘Die buffer aan locaties is noodzakelijk omdat volgens een berekening van het Centraal Planbureau 30 procent van de woningbouwplannen nooit tot uitvoering komt’, licht hij toe.
Linkse drempels
De liberaal stelt dat alle politieke partijen wel doordrongen zijn van de noodzaak om meer te bouwen. Maar tegelijkertijd werpen de linkse partijen – PvdA, D66 en GroenLinks – allerlei ideologische drempels op. ‘Zij houden bijvoorbeeld vast aan de ladder van stedelijke verduurzaming. Hierdoor is buitenstedelijk bouwen nu nagenoeg onmogelijk in de enige twee provincies, Noord-Holland en Utrecht, met een linkse meerderheid. Dat geldt eveneens voor een gemeente zoals Utrecht, die liever windmolens neerzet dan 25.000 woningen te bouwen in Polder Rijnenburg.’
Bouw binnenstedelijk waar het kan en buitenstedelijk waar het moet, luidt zijn motto. ‘Ik denk dat we buitenstedelijk nu al grote bouwlocaties voor zo’n 230.000 woningen in beeld hebben, maar we moeten een stuk meer locaties tot 2030 in beeld krijgen om het tekort op te lossen. De rest kan binnenstedelijk.’
Nog duurzamer
Ander kritiekpunt van Koerhuis is dat de linkse partijen vinden dat de woningbouw ‘altijd nog duurzamer en nog circulairder’ moet. ‘Terwijl ik steeds zeg ‘steek je energie in het verduurzamen van de bestaande bouw’. Daar is nog veel laag hangend fruit. Bijvoorbeeld door het toepassen van spouwmuurisolatie en HR ++ glas. Dat levert heel veel CO2-besparing op.’
De VVD is duidelijk niet gecharmeerd van het optuigen van een ministerie van VROM, waartoe PvdA en CDA in maart 2020 de Tweede Kamer in een motie opriepen. 'PvdA en CDA willen kennelijk tien jaar terug in de tijd. Daar voel ik niks voor. Voordat zo’n nieuw ministerie behoorlijk functioneert ben je jaren verder. Je moet een gebouw huren, stafdiensten, een bestuursdienst en een juridische dienst oprichten, mensen inhuren. Daar is geen tijd voor. We moeten bouwen!’
Herverdeling taken
Het betekent niet dat er geen herverdeling van taken en bevoegdheden tussen de verschillende ministeries zou kunnen plaatsvinden, meent hij. Wat is het grootste probleem bij grote nieuwe bouwwerken? vraagt hij retorisch. ‘Dat is de benodigde infrastructuur, het vervoer. Ik kan me dus wel voorstellen dat Wonen en Ruimtelijke Ordening worden overgeheveld van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. En dat er wellicht ook een aparte minister van Wonen wordt benoemd. Maar dat is nog even allemaal koffiedikkijken. Dat zien we wel na de verkiezingen en bij de formatie, als het gaat over de poppetjes. Maar dat wonen grote aandacht moet krijgen in een volgend kabinet, staat voor mij vast.’
In gesprek
Is de VVD ook voorstander van het vaststellen door het Rijk van een aantal grote nieuwe Vinexlocaties à la Leidse Rijn, zoals het CDA voor ogen staat? Nee, het aanwijzen en het maken van inpassingsplannen door het Rijk is voor Koerhuis ‘last resort’. Bij voorkeur geen Rijksaanwijzigingen en inpassingsplannen dus. ‘Dat het CDA wil dat het Rijk eenzijdig gaat dicteren waar er grootschalig moet worden gebouwd, daar ben ik niet voor. Met de regie nemen bedoel ik wel dat het Rijk in gesprek gaat met de gemeenten en provincies om de grote bouwlocaties voor de toekomst vast te stellen.’
Niet uit te leggen
‘Niet alle provincies zijn immers zo onwillig als Noord-Holland en Utrecht als het gaat om buitenstedelijk bouwen’, vervolgt Koerhuis zijn gedreven uiteenzettingen. ‘Veel zijn van goede wil. Neem Flevoland. Naar aanleiding van mijn motie uit februari 2020 waarin ik Flevoland opriep om locaties te noemen voor 100.000 woningen, kwam de provincie met verschillende locaties op de proppen met plaats voor wel 130.000 tot 140.000 woningen.’
‘Ook in Rijnenburg bij Utrecht zouden 25.000 woningen gebouwd kunnen worden als minister Ollongren de wens van de Kamer had gevolgd. Verder zouden bijvoorbeeld ook de Zuidplaspolder bij Rotterdam en de Gnephoek in Alphen aan de Rijn zich uitstekend lenen voor grootschalige woningbouw als de provincie Zuid-Holland tenminste niet zou dwarsliggen. Gezien het oplopende woningtekort is een dergelijke opstelling gewoon niet meer uit te leggen aan de mensen thuis. Dus daar moet het Rijk echt optreden.’
Zo volg je het debat |
1) Log in als abonnee op https://www.vastgoedmarkt.nl/inloggen 2) Ga naar deze pagina 3) Je hebt toegang tot de livestream van het debat Ben je wel abonnee, maar heb je nog geen account? Maak hier een account aan. |
Lees hier de andere interviews:
- GroenLinks: ‘Ondanks woningnood niet bouwen in het groen’
- Bamberger: ‘Creëer een nationaal investeringsfonds voor middenhuurwoningen’
- D66: 'Oplossing woningnood is complexe puzzel voor gevorderden'
- Mutluer (PvdA): ‘Geen struisvogelpolitiek meer bedrijven’
- Nicole Maarsen: ‘Niet over, maar mét de vrije huursector praten’
- Van Haga: ‘Woningnood door absurde eisen en trage ambtenarij’
- Bart van Breukelen: ‘Alles binnenstedelijk oplossen kan niet’
- ‘Nieuwe Vinexwijken zijn oplossing woningnood’ (CDA)