De Spoorzone in Zwolle, de Kien in Deventer, de Spoorzone Hengelo-Enschede, de Stadskade in Almelo, het Centrumkwadraat in Enschede, Hart van Zuid in Hengelo… Stuk voor stuk zijn het complexe gebiedsontwikkelingen die substantiële aantallen woningen moeten toevoegen aan de totale woningvoorraad in Overijssel.
Stuk voor stuk zijn het ook projecten die worden genoemd en geroemd, omdat het mede dankzij de Overijsselse Aanpak lijkt te lukken om die woningbouwopgave versneld te realiseren. ‘Als ontwikkelaar is VanWonen al sinds begin deze eeuw betrokken bij de Spoorzone in Zwolle', vertelde algemeen directeur Alfred Bolks op de Provada. ‘De laatste jaren is er beweging in gekomen. Ik heb nu echt het idee dat we samen stappen gaan zetten.’
Open en transparant
‘De open en transparante manier waarop gemeenten en marktpartijen met elkaar omgaan, maakt de Overijsselse Aanpak zo onderscheidend’, stelde wethouder Jeroen Diepemaat van de gemeente Enschede. ‘Toen ik een jaar of vijf geleden in deze functie begon, was er nog sprake van allemaal bastionnetjes. Sindsdien is het absoluut opener en transparanter geworden. Wederzijds is er ook meer begrip gekomen voor de specifieke problemen waar gemeenten en marktpartijen mee worstelen.'
Marieke Mentink, directeur Vastgoedontwikkeling bij Dura Vermeer Bouw, was dat met hem eens. ‘Als ik bij een project de businesscase niet rond krijg, bijvoorbeeld door de eis dat twee derde van de nieuw te bouwen woningen in het betaalbare segment moet worden gerealiseerd, vertel ik dat aan de gemeente. En ik leg ook uit waarom het schuurt, zodat we kunnen proberen het samen op te lossen.'
Gezamenlijke belangen
Door met open vizier de discussie aan te gaan tijdens een bijeenkomst in het kader van de Overijsselse Aanpak, slaagde Van Wijnen-vestigingsdirecteur Marleen Mokkink erin om het vooroordeel weg te nemen dat sneller bouwen altijd ten koste gaat van de kwaliteit. ‘Ons Fijn Wonen-concept laat zien dat snelheid, kwaliteit en betaalbaarheid juist heel goed samen kunnen gaan.'
Bolks: ‘Meer dan voorheen heb ik het gevoel dat gemeenten en marktpartijen in Overijssel op basis van gelijkwaardigheid met elkaar aan tafel zitten. Dat praat een stuk makkelijker, als je op zoek gaat naar gezamenlijke belangen.'
Hamit Karakus liet zich in vrijwel identieke bewoordingen uit over de meerwaarde van de Overijsselse Aanpak, die hij roemt vanwege de ‘op samenwerking gebaseerde ketenaanpak’. Hij is voorzitter van de Brede Bouwcoalitie, een soort denktank van ongeveer dertig professionals die werkzaam zijn bij toonaangevende publieke en private partijen in de woningbouwsector in Overijssel.
Tijdens de eerste bijeenkomst eerder dit jaar bogen zij zich onder leiding van Karakus over twee concrete projecten die met vertraging kampen: Hart van Zuid in Hengelo en De Tippe in Zwolle. Het leverde een aantal concrete oplossingen op, die op hun uitvoerbaarheid worden getoetst en kunnen worden meegenomen naar andere projecten waar dezelfde problemen spelen of gaan spelen.
Gedeputeerde Wonen, Ruimte en Retail Monique van Haaf: ‘De Brede Bouwcoalitie is meer dan een denktank. Het is echt de bedoeling dat de resultaten van het denkwerk hun weg vinden naar de praktijk, knelpunten uit de weg ruimen en dus bijdragen aan de versnelling van de woningbouw in Overijssel.'
Wederzijds begrip
Een aantal deelnemers aan de Brede Bouwcoalitie doet ook mee aan de Woonkeuken, een platform met meer dan ongeveer duizend (!) professionals. Van Haaf: ‘De netwerken zorgen er ook voor, dat professionals op het gebied van woningbouw ideeën uitwisselen en kennis delen. Ook dat is onderdeel van de Overijsselse Aanpak.’ Karakus: ‘Het gaat om mensen. Als die er samen uitkomen, omdat er tijdens een bijeenkomst van de Brede Bouwcoalitie of de Woonkeuken een klik en wederzijds begrip is, volgen de organisaties erachter vanzelf.'
In het verlengde daarvan pleitte Bolks voor de invoering van ‘meeloopstages’, die ambtenaren en medewerkers van marktpartijen de kans biedt om een ‘blik bij elkaar in de keuken te werpen'. Net als het idee van wethouder Jan Martin van Rees van de gemeente Almelo om bij capaciteitsproblemen flexibeler om te gaan met zowel elkaars mankracht als de gebruikelijke taakverdeling.
Dit klonk beleidsmedewerker Arie Speulman van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als muziek in de oren. ‘Ik ben erg blij met de Overijsselse Aanpak en trots op de pro-activiteit van de provincie. Of deze aanpak ook naar andere provincies kan worden gekopieerd? Ja, ik zou niet weten waarom het elders niet zou werken. Het werd net al gezegd: het gaat om de mensen aan tafel en om de gezamenlijke wil om er samen uit te komen. Afgaande op de eerste bijeenkomst van de Brede Bouwcoalitie die ik heb bijgewoond, heb ik het idee dat dat in Overijssel heel goed zit.'
Dit artikel is gesponsord door de provincie Overijssel.