Daarom ook was de uitzending van VPRO’s Tegenlicht over Handel in voorkennis zo briljant. Data van vliegtuigbewegingen zijn bekend. Wie Amerikaanse CEO’s volgt en ziet waar hun privévliegtuigen landen, weet ook wat er gaande is. Bijvoorbeeld als twee vliegtuigen bij elkaar gestationeerd zijn. Aha, fusiegesprekken. Reden om aandelenposities in te nemen. Gerritsen: “Dat vind ik een typisch voorbeeld van wat je kunt vinden als je met data bezig gaat. Het is daarmee volstrekt anders dan andere projecten waarbij je vooraf een doel hebt geformuleerd en vervolgens aan de slag gaat. Nee, je weet in dataprojecten niet altijd van tevoren wat relevant is.” Het tweede snapshot uit de genoemde en aan te raden uitzending, gaat over data van creditcardmaatschappijen. “Voordat een onderneming komt met zijn kwartaalupdate, weet je door creditcardgegevens al hoe het gaat met de onderneming. Denk aan omzet, koopgedrag en waar je koopt… En daarop kun je inspelen door aandelen van die beursonderneming te kopen of te verkopen.”
Data levert competitief voordeel
Data is zo een kracht waarmee een onderneming competitief voordeel haalt. Gerritsen: “Dat kan ook in vastgoed. Dat je verdienmodel niet alleen hangt op het maximaliseren van de huur, het minimaliseren van de kosten en het aantal vierkante meters, maar ook door op basis van data meer kennis hebben van de klant. Als vastgoedpartij stem daar je aanbod, wat het dan ook is, op af. Ik had laatst hierover een discussie met een woningbouwcorporatie. Dat zijn sociale dienstverleners zonder winstoogmerk. Wat weet je echt van jouw klant, vroeg ik. Er kwam een antwoord dat er een klantcontactcenter is, maar daar ging het mij niet om. Wie zijn je huurders, wat vinden zij van je woningen en weet je wanneer een bewoner klaagt? Veel corporaties weten dat niet. Als de huurder maar zijn huur betaalt, interesseert het hen verder weinig. Dat is vreemd. Mijn stelling is dat je, ook als je een sociaal oogpunt hebt zoals woningbouwcorporaties, je je klant beter kunt bedienen als je weet wie hij of zij is. Dan gaat het dus over data over die klant.”
Investering in de toekomst
Met een focus op dataverzameling verdienen vastgoedpartijen niet vanaf dag één meer geld. Gerritsen: “Dat is ook het lastige. Als dat wel zo was, waren veel meer vastgoedpartijen al aan de slag gegaan met data. Maar doordat je data hebt van je klanten, kun je hen op termijn veel specifieker bedienen. Het is dus een investering in de toekomst. Data levert een strategisch voordeel op ten opzichte van andere vastgoedpartijen, want je weet simpelweg, net als de beleggers in de Tegenlichtdocumentaire, meer van ze. Je weet wat jouw community wil. Je kunt daar je aanbod op afstemmen. Denk aan een bewoner extra dienstverlening bieden. Of in een winkelcentrum zien welke merken zich bij elkaar moeten vestigen om meer omzet te halen. Soms wordt dat data-aspect afgeschoven op de researchafdeling die aan het einde van de gang in een donker hok zit. Maar dat vind ik zonde. Data moet de essentie van je bedrijf zijn. Let wel, daarom verkoop je die data niet. Want dan ben je dat competitieve voordeel kwijt.”
Ronde tafel: Wat kan data betekenen voor de vastgoedsector?
Op de Provada gaat Gerritsen daarover in gesprek met deelnemers van de videoreeks van Yardi genaamd Proptech Insights.
Kijk hier de video’s terug op de website van Vastgoedmarkt.
Tijdens de Provada gaat Gerritsen in gesprek met:
- Bart van Twillert, country manager bij Unibail-Rodamco-Westfield
- Boudewijn Ruitenburg, Chief Operating Officer bij EDGE Technologies
- Jeroen Lokerse, directeur van Cushman & Wakefield Nederland
- Paul Oligschläger, manager bij, en Sander Grünewald, verantwoordelijk voor de vastgoedadviespraktijk bij KPMG.
- Annelou de Groot, Development Director IWG Nederland
In mixed zones wonen, werken en winkelen
Data is een doel op zich, vastgoed een middel. Gerritsen zet het belang van data graag scherp neer. “Waarom dacht je dat Amazon Whole Foods Market koopt? Niet omdat ze graag bloemkolen verkopen. Een supermarkt is, vanwege de kassa-aanslagen, de ideale manier om data te genereren.” Daarmee weet Amazon wie haar klanten zijn, wat ze willen en wat ze kopen. “Datzelfde principe kun je toepassen op de vastgoedomgeving. Daar waar we veel meer toegaan naar mixed zones waarin werken, wonen en winkelen gecombineerd zijn. Je checkt in de toekomst in in die zone waar je wilt of moet zijn die dag. Je begint bij de retail met een bak koffie, gaat door naar je flexoffice dichtbij en eindigt de dag in je flat die ook dichtbij zit. Dat alles gecombineerd door een vastgoedontwikkelaar die oog voor de markt heeft. Om het aanbod van wonen, winkelen en werken zo nauwgezet mogelijk aan te sluiten op de specifieke wensen van de gebruiker, monitor je als vastgoedpartij zijn beweegpatronen en consumptiegedrag. Daarmee creëer je diensten waar de gebruiker op zit te wachten. De gebruiker vindt het op zijn beurt niet erg dat je zijn data daarvoor gebruikt. Want het biedt hem of haar meer gemak.”
Het gaat niet om stenen
Volgens Gerritsen wijzen trends al in die richting. “Als je een woning van 45 vierkante meter in Amsterdam hebt, dan ga je graag naar een flexoffice om even eruit te zijn. Ik moet wel zeggen: het aanbod op dat vlak moet makkelijker. Als ik nu met drie mensen een halve dag wil afspreken, dan kost dat te veel moeite. Terwijl je het eigenlijk zo makkelijk moet zijn als het gebruik van een deelfiets of deelscooter. Een paar klikken en dan moet het klaar zijn.” Daarmee komt Gerritsen terug op het belangrijkste punt dat hij wil maken. “Hoe zorgen we er in de vastgoedsector voor dat we oog hebben voor wat de klant echt wil? Geen enkele klant wordt sec blij van driehonderd vierkante meter aan kantoorruimte. Hij of zij wil ergens vertoeven waar een goede sfeer hangt. Of ergens vertoeven waar voorzieningen en diensten dichtbij zijn. Dan moeten we dus in de vastgoedsector stoppen met het verkopen van vierkante meters alleen. Het gaat niet om de stenen, maar om wat de gebruiker wil.”
Dit artikel is gesponsord door Yardi
Bezoek ook het partnerdossier op Vastgoedmarkt.nl