Nederland is in de ban van het coronavirus. Een B-film in werkelijkheid. En surrealistisch, ongekend en onzeker voor ons allemaal. Ook economisch zijn de gevolgen groot. De beurzen zwaar in het rood en hele bedrijfstakken, zoals horeca, cultuur en de luchtvaart die hun deuren (gedeeltelijk) sluiten. Voor veel andere sectoren geldt dat waar mogelijk vanuit huis wordt gewerkt.
Consequenties nog onzeker
De besturen en directies van organisaties in de stedelijke ontwikkeling (zoals bijvoorbeeld beleggers, ontwikkelaars, gemeenten en adviesbureau) overleggen momenteel over wat ons mogelijk te wachten staat en hoe ons hierop voor te bereiden: Is het noodzakelijk om investeringen uit te stellen? Introduceren we een vacaturestop? Gaan we drastisch bezuinigen? Trekken we ons terug uit risicovolle projecten? Vragen waar veel organisaties nog geen antwoord op hebben. De consequenties voor de economie van de coronapandemie zijn te onzeker.
Domino-effect
Belangrijk is om er samen voor te zorgen dat we niet in dezelfde situatie terechtkomen als tijdens de financiële crisis toen de stedelijke ontwikkeling vrijwel tot stilstand kwam. Voor een deel kunnen we hier namelijk zelf invloed op uitoefenen. De stedelijke ontwikkeling is namelijk een systeem met een enorme hoeveelheid actoren. Als enkele van deze actoren gaan haperen of uitvallen heeft dit al snel effect op andere actoren. Voor je het weet ontstaat een domino-effect. Een pandemie in de stedelijke ontwikkeling. Dit moeten we zien te voorkomen. Dit betekent in de eerste plaats dat we vertrouwen moeten hebben in de structurele kracht van onze economie en vastgoedsector. Dat we verder kijken dan de periode van de coronacrisis lang is.
Structurele behoefte
Nederland is een land met een uitstekend vestigingsklimaat. Een land dat ook in de toekomst als een magneet zal blijven werken op buitenlandse investeerders, kenniswerkers en migranten. Een land waar de behoefte aan woningen, kantoren en bedrijfsruimten groot zal blijven, en waar ook ruimte is voor winkels, horeca en vrije tijdsvoorzieningen. Het is belangrijk om vanuit dit perspectief te opereren en door te gaan met de planvoorbereiding en realisatie van stedelijke ontwikkeling.
Digitaal vergaderen
Een groot deel van de sector werkt momenteel vanuit huis. In de afgelopen jaren hebben we hier met het ‘nieuwe werken’ alvast aan kunnen wennen. Alleen komt er nu ook nog digitaal vergaderen bij. Ook dit is met onze huidige ICT-systemen goed mogelijk. Niet ideaal, maar voor een paar maanden prima te doen. We zouden het kunnen beschouwen als het nieuwe werken in optima forma. Dus thuiswerken is geen beletsel om gewoon door te kunnen gaan met ons werk.
Vertrouwen vastgoedmarkt
Waar we als sector veel minder invloed op uit kunnen oefenen is eventuele vraaguitval. Op de woningmarkt kan dit optreden door een terugval in het consumentenvertrouwen en op de markt voor bedrijfshuisvesting door uitstel van verhuizing van bedrijven. Op de retailmarkt door vraaguitval als gevolg van de gedwongen sluiting van horecagelegenheden of in de komende periode de eventuele sluiting van niet noodzakelijke winkels om zo het coronavirus in te dammen. Maar ook bij vraaguitval is het cruciaal dat we vertrouwen houden in het herstel van de vastgoedmarkt. Hiermee voorkomen we het eerder beschreven domino-effect en een pandemie in de stedelijke ontwikkeling.
Over de auteur: Dr. Pieter van der Heijde is algemeen directeur van Bureau Stedelijke Planning