Overal in Nederland worden inderhaast in zaaltjes stoelen op een rij gezet waar sprekers het gasloze evangelie verkondigen. Die zaaltjes stromen moeiteloos vol met beleggers, financiers ontwikkelaars en adviseurs. Vastgoedmarkt belegde onlangs een ontbijtsessie rond dit onderwerp. ‘Tot de kerst zit ik al vol en praat ik mij de blaren op de tong’, vertelde directeur John Braakman van energiedienstverlener ZON, tegenwoordig ook wel aangeduid als een Esco.
Enkele dagen eerder kwam het onderwerp ook langs in het Vastgoedmarkt Executive Expertpanel. Roel Vollebregt van BAM Bouw & Vastgoed constateerde tevreden dat er nauwelijks woningbouwprojecten waren die door het abrupte overheidsbesluit terug naar de tekentafel moesten. Zijn bouwprojecten lopen door de verandering nauwelijks vertraging op. Wel bouwt BAM bij grondgebonden woningen circa een vijfde extra capaciteit in systemen die de woning verwarmen. ‘Wat als een eigenaar na een aantal jaar zijn woning wil vergroten?’
Bij beide sessies werd als dreigend gevaar het tekort aan gekwalificeerd personeel gesignaleerd. Waar een gasketel door (vrijwel altijd) een man met een bus vol koppelingen en reserveonderdelen voor elektriciteit, water en gas werd geplaatst en onderhouden, worden gasloze systemen aangesloten en ingeregeld door consultant-achtige types in pak met een laptop. ‘Er ontstaat een gigantisch personeelstekort aan kundig personeel als het ombouwen van de bestaande voorraad een vlucht gaat nemen’, hoorde ik de diverse experts voorspellen. Ook projectontwikkelaar BPD ziet in deze editie het tekort aan specialisten als bedreiging voor het tempo in de woningproductie.
Overigens zullen beleggers nog weinig vaart maken met het ombouwen van de bestaande voorraad naar gasloos, betoogde ceo Jaap van der Bijl van Altera. Hoewel hij zelf overtuigd is van nut, noodzaak en het comfort van gasloze woningen, maakt hij als belegger pas op de plaats met investeringen in kleinere complexen. Gemeenten nemen namelijk alle tijd om zich te buigen op alternatieven voor de gasvoorziening in hun gemeenten. Behalve dan in Zwijndrecht, waar al toezeggingen zijn gedaan voor een gemeentelijk warmtenet.
Zolang gemeenten geen vaart maken met hun keuze, kunnen beleggers geen beslissing nemen over investeringen in nieuwe verwarmingssystemen in woningen. De investering in het ombouwen van complexen zou immers teniet worden gedaan, wanneer een gemeente na lang dralen alsnog kiest voor een warmtenet. ‘Wij maken complexen warmteplan-klaar, maar verder investeren wij nog niet’, verklaarde Van der Bijl. De uiteindelijke investeringen laten volgens hem nog drie, vier jaar op zich wachten. Eerst moeten de gemeenten nog een ei leggen en er een klap opgeven.
In de taxatie van een portefeuille speelt gas of gasloos op dit moment een bescheiden rol, stelde Marcel de Boer van Troostwijk zijn gesprekspartners in het expertpanel gerust. ‘Schaarste is nu nog een veel belangrijker factor.’