Autobedrijf Dutch Motors, aannemer W. Hartman en Zonen, en de kerkelijke stichting Eglise Foi Audacieuse zitten in een gemeentelijk monument. Als Michel de la Vieter naar het langgerekte bedrijfsgebouw wijst, trekken een paar van de om hem verzamelde architecten hun wenkbrauwen op. ‘Het is een van de bedrijfsgebouwen die hier in Rotterdam-Noord vlak na de oorlog zijn gebouwd’, legt hij uit. ‘Ze hebben architectonische waarde, ook al ziet niet iedereen dat eraan af.’
Het feit dat het grauwe pand niet zomaar mag worden platgegooid, vormt een extra opgave voor de architecten die worden uitgedaagd een nieuwe invulling te bedenken voor het Zomerhofkwartier. In zijn toelichting somt De la Vieter, gemeentelijk projectmanager voor de vernieuwing van wat inmiddels liefkozend Zoho wordt genoemd, moeiteloos nog wat uitdagingen op. Daartoe behoren de bouw van pakweg vijfhonderd extra woningen, respect voor de zittende ondernemers, en het omgaan met particuliere eigenaren. ‘Functiemenging’ en ‘duurzaamheid’ zijn kernwoorden.
De afgelopen decennia is weinig aandacht aan Zoho besteed. Dat leidde aanvankelijk tot verloedering van de wijk, maar inmiddels begint hij weer hip te worden. In een van de bedrijfsgebouwen hebben toeleveranciers voor interieurbouw een ruimte gecreëerd waar jonge architecten kunnen werken. Op het braakliggende terrein waar ooit partycentrum Palace stond, staat een oude treinwagon waarin zich een veganistisch restaurant heeft gevestigd. Tussen houten bakken vol kruiden genieten de koks en enkele bezoekers van het zonnetje. Elders zitten luidruchtige bezoekers van een kleinschalig daklozencentrum op soortgelijke picknickbanken. ‘Dat hoort ook bij de stad’, lacht De la Vieter. Een extra opdracht voor de architecten die de rondleiding bijwonen.
Het grootste deel van het gebied is nu nog in handen van de gemeente en woningcorporatie Havensteder, maar beide partijen bereiden gezamenlijk een tender voor. Om hen te inspireren zijn diverse architectenbureaus uitgenodigd voor de bezichtiging. Alle aanwezigen beseffen dat woningen het meeste geld opbrengen, maar dat alleen levert niet de gewenste stedelijke kwaliteit. Aan kantoren is minder behoefte en winkeliers in aanpalende wijken zitten ook niet te wachten op concurrentie. Tegelijk wordt gevraagd om diversiteit. Het idee dat een groot bedrijf álle ruimte in Zoho opeist, is voor iedereen een gruwel.
Zoho wordt aan één kant begrensd door de Hofbogen, een overblijfsel van de vroegere Hofplein-spoorlijn dat in de nabije toekomst ook zal worden verkocht. Op deze plek domineren nu nog de gesloten deuren van dancing Copacabana en een non-descript metaalbedrijf, maar De la Vieter daagt de aanwezigen uit mee te denken over nieuwe toepassingen. ‘De Hofbogen bepalen voor een groot deel het karakter van Zoho.’