Dat concludeert Vastgoedmarkt op basis van onderzoek dat het heeft laten uitvoeren door het Kadaster. Van de relevante voorraad kantoren van overheden heeft 52 procent ofwel 4,3 miljoen vierkante meter label D, E, F of G. Dat is onder de norm van label C per 2023 die de overheid heeft aangekondigd. Dat zou betekenen dat die kantoren moeten worden verduurzaamd of onttrokken.
Voor de hele kantorenvoorraad bedraagt dat aandeel onvoldoende duurzame kantoren 44 procent. Marktpartijen hoeven minder kantoren te verduurzamen of te onttrekken dan de overheid. Kantoren met labels slechter dan C maken 42 procent uit van de voorraad van commerciële eigenaren. Voor particulieren is dat 48 procent.
Rest van de markt heeft niet stilgezeten
Vergeleken met de rest van de markt heeft de overheid relatief weinig echt duurzame kantoren. Energielabel A is bij de overheid weliswaar het sterkst vertegenwoordigd met 24,8 procent van de voorraad. Maar de rest van de markt heeft evenmin stilgezeten. Energielabel A prijkt op 28,4 procent van de totale voorraad en is ook daar het sterkst vertegenwoordigd.
Dat hoge aandeel kantoren met label A in de totale voorraad is vooral het werk van commerciële eigenaren. Hun voorraad bestaat voor 30,6 procent uit kantoren met label A. Dat is weliswaar niet zoveel hoger dan gemiddeld. Maar wat commerciële eigenaren doen op de kantorenmarkt werpt het grootste gewicht in de schaal. Zij bezitten twee derde van de voorraad kantoren en de overheid een tiende.
Weinig C-labels
Van de echt duurzame kantoren heeft de overheid er wel relatief veel in bezit. Maar door de geringe omvang van dit segment is dat nauwelijks terug te zien in de verduurzamingsopgave. De labels A+ tot en met A++++ zijn bij de overheid goed voor 1,40 procent van de voorraad. Voor de totale voorraad is dat aandeel 1,22 procent en voor commerciële eigenaren is dat 1,27 procent.
Wat veel harder aantikt, is de hoeveelheid kansen die de overheid laat liggen om kantoren net ‘2023-proof’ te maken. Label C is in de voorraad kantoren van de overheid sterk ondervertegenwoordigd. Van de totale voorraad heeft 20,0 procent een C-label, van de voorraad overheidskantoren maar 14,4 procent.
Het goede nieuws voor de overheid is de grote hoeveelheid laaghangend fruit in het kantorenpark van de overheid. Label D siert 16,7 procent van de kantorenvoorraad van de overheid tegen 13,9 procent van de totale voorraad.
Tempo verduurzaming mogelijk omhoog
Het Rijksvastgoedbedrijf zegt het beeld te herkennen dat een meerderheid van de kantoren van de rijksoverheid nog geen label C heeft. Een woordvoerder wijst op het zeer gevarieerde karakter van de portefeuille met labels die uiteenlopen van minder dan C voor oudere panden tot A+++ voor bijvoorbeeld Rijkskantoor de Knoop, de rechtbank Breda en PI Zaanstad. ‘Het Rijksvastgoedbedrijf heeft dus ook panden die veel duurzamer zijn dan label C.’
Volgens de zegsman ligt het Rijksvastgoedbedrijf op koers om in 2023 te voldoen aan alle wet- en regelgeving op het gebied van de energieprestaties van gebouwen. Maar het tempo van verduurzaming gaat mogelijk omhoog. ‘Momenteel brengen we in kaart hoe we onze vastgoedportefeuille sneller kunnen verduurzamen. Besluitvorming hierover moet nog plaatsvinden en is mede afhankelijk van het aanstaande klimaatakkoord’, zegt de woordvoerder. Voor het energiezuinig maken van panden kiest het Rijksvastgoedbedrijf natuurlijke momenten, zoals bij verhuizing of renovatie.
[Tekst gaat verder na blok]
Het Rijksvastgoedbedrijf wil een voorbeeldrol vervullen. ‘Nieuwe kantoren van de rijksoverheid voldoen vanaf 2019 aan de Beng-eisen. Ook trekken we samen op met andere overheden om te verduurzamen met een gebiedsgerichte aanpak, zoals Energierijk Den Haag. Met dergelijke projecten pakken we een voorbeeldrol, stimuleren we anderen, dagen we de markt uit en laten zien wat er mogelijk is op het gebied van duurzame utiliteitsbouw.’
Dit is het tweede in een reeks van vier artikelen over kantoren die naar label C moeten. Thijs de Vries werkte mee aan het onderzoek door het Kadaster.