Initiatiefnemer van het rondetafelgesprek was Daiwa House Modular Europe, zoals de woningbouwtak van Jan Snel sinds enkele weken heet. Met Stan Vermeulen had de Nederlandse marktleider op het gebied van modulair en industrieel bouwen ook een concurrent uitgenodigd: hij is CEO bij Tatami Homes, dat de woningmarkt wil veroveren met een concept dat voorzien in de ontwikkeling, bouw én onderhoud van modulaire en circulaire woningen die voor 90 procent in de fabriek zijn gebouwd. “Het enorme woningtekort en de klimaatopgave kunnen alleen worden opgelost, door industrieel, modulair en gestandaardiseerd woningen te gaan bouwen,” verzekerde Vermeulen, de man achter het internationale succes van het kinderwagenmerk Joolz. “Met Tatami Homes willen we nog een stap verder gaan, door een woning net als een kinderwagen of auto als een consumentenmerk in de markt te zetten, inclusief de kwaliteit en service die daar bij horen.”
Krankjorum
Hoewel hij benadrukte dat veel aannemers al jaren bezig zijn om delen van het bouwproces te industrialiseren, bijvoorbeeld via vormen van prefab bouwen, worden de meeste nieuwbouwwoningen volgens Emile van Tuyl van BuroMEE anno 2021 nog als een prototype gebouwd. “Dat blijkt ook uit de waslijst aan restpunten en gebreken die bij de oplevering aan het licht komen.” Vermeulen: “Krankjorum. Als je een auto koopt, mag er geen krasje opzitten. Maar bij een nieuwe woning accepteren we dat er van alles aan mankeert. Modulair en industrieel bouwen zorgt voor een betere en meer uniforme kwaliteit en gaat met veel minder restafval en CO2-uitstoot gepaard.”
Volgens Thijs Asselbergs, architect en sinds 2008 hoogleraar Architectural Engineering aan de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft, kan modulaire woningbouw dé katalysator zijn om architecten, bouwers en ontwikkelaars ‘eindelijk de sprong naar de 21e eeuw te laten maken’. “Want in feite zitten we met z’n allen nog steeds in de 20e eeuw. Als ik naar de nieuwe generatie studenten kijk, denk ik wel dat we aan de vooravond van een kentering staan.” Architect Paul de Ruiter, gespecialiseerd in duurzame architectuur, is dat met hem eens. “Zij zijn veel minder bezig met iconische gebouwen en veel meer met circulariteit en duurzaamheid. Dan kun je al heel snel niet om modulair en industrieel bouwen heen.”
Modulaire revolutie
Met directeur Woningbouw Bas de Haan van Daiwa House Modular Europe als gedreven gespreksleider, ging de discussie op de laatste dag van de Provada vooral over de randvoorwaarden die nodig zijn om de woningbouwwereld blijvend te veranderen via een ‘modulaire revolutie’. “Het gaat heel snel,” is de stellige overtuiging van Van Tuyl. “Drie jaar geleden kwam modulair bouwen nauwelijks aan bod op de Provada, nu is het alomtegenwoordig op de beurs. Mijn verwachting is dat de voorlopers in de markt heel snel navolging gaan krijgen.”
Daarvoor is onder andere meer en andere ketensamenwerking nodig, minder koudwatervrees, meer sturing vanuit de overheid én overheden en beleggers die architecten, ontwikkelaars en aannemers als opdrachtgever uitdagen. “In het kader van de nieuwe total cost of ownership-benadering, wordt het ook tijd om in businesscases rekening te houden met de restwaarde van woningen. Die is niet meer nul, er wordt al volop geoogst.”
Eenheidsworst
Over één ding waren alle deelnemers aan het rondetafelgesprek het eens: modulair en industrieel bouwen leidt niet tot eenheidsworst, wel tot een andere rol voor architecten. De Ruiter: “Als de vormgeving goed is, zie je niet dat een gebouw modulair gebouwd is. Dat is bijvoorbeeld heel goed te zien bij The Waldorp Four in Den Haag, vier woontorens die plek bieden aan 1.160 betaalbare woningen voor starters, young urban professionals en sociale huurders. Je ziet echt niet dat de bouw grotendeels modulair was.” Van Tuyl: “Consumenten mogen alleen in positieve zin merken dat ze een huis kopen of huren dat modulair is gebouwd.” Vermeulen: “Naast een betere en meer uniforme kwaliteit, is zowel voor consumenten als voor beleggers interessant dat de bouwtijd van modulair bouwen 30 à 40 procent korter is dan traditioneel bouwen. Kopers en huurders kunnen er dus eerder in en beleggers zien hun investering sneller rendement opleveren.” Asselbergs: “Industrialisatie gaat gepaard met digitalisatie. Dat biedt geweldige mogelijkheden om kopers mee te nemen in het ontwerp- en bouwproces.”
Passend slotakkoord
Het interessante rondetafelgesprek kreeg een passend slotakkoord in de vorm van een opmerking van een beleidsmedewerker van de gemeente Amsterdam, die reageerde op een eerdere opmerking dat gemeenten in tenders wel wat meer aandacht zouden mogen besteden aan duurzaamheid, circulariteit en modulair bouwen. “In Amsterdam telt duurzaamheid in iedere tender al sinds 2015 voor minimaal 30 procent mee. Ook modulair bouwen krijgt veel aandacht, niet alleen als het gaat om bijvoorbeeld studentenunits maar ook in hoogwaardige tenders. Waarom? Omdat ook wij ervan overtuigd zijn dat modulair bouwen aan alle kanten een enorme winst oplevert.”
Dit artikel is gesponsord door Daiwa House Modular Europe.