De spanningsboog werd zorgvuldig opgebouwd. Marten de Jong van het Nederlandse architectenbureau De Architekten Cie. nam zijn toehoorders op het Vastgoedmarktpodium tijdens de Provada niet meteen mee naar zijn visie op de transformatie van het Draka-terrein, als onderdeel van de nieuwe woonwerkwijk Hamerkwartier. Eerst gaf hij voorbeelden van eerdere projecten van De Architekten Cie., waar wellicht bij de herontwikkeling van dat specifieke gedeelte van het Amsterdamse Hamerkwartier uit geput kan worden. “De ambities van die geweldige nieuwe wijk aan het IJ zijn duidelijk. Er moeten snel veel woningen worden gebouwd, de omringende wijken moeten meeliften op het vernieuwde Hamerkwartier en – last but not least – het moet een mooie, duurzame en diverse stadswijk worden met een combinatie van woningbouw en bedrijvigheid. Waar huur- en koopwoningen zich op en naast bedrijfspanden bevinden. Soortgelijke ambities herkennen we uit eerdere projecten, zoals de Pontkade in Amsterdam-Noord.”
Commerciële plint met ranke woontorens
Het project waar De Jong op doelt, is het NDSM-terrein op de noordelijke oevers van het IJ. Ook daar is sprake van een horizontale commerciële plint met daarboven ranke woontorens. “In die plint bevindt zich onder meer een supermarkt. Wat verder opvalt is de grote collectieve binnentuin die er is aangelegd.” En zo bladerde De Jong rustig verder door het rijke portfolio van De Architekten Cie., waarbij hij af en toe wees op raakvlakken met de transformatie van het Draka-terrein. “Ook bij het Vander Park in Moskou moesten snel veel woningen in hoge dichtheid worden gebouwd. Daar hebben we in totaal 916 woningen in zes verschillende woontorens ontworpen, met kenmerkende kleuren en erkers als blikvangers.”
Beduidend dichter bij huis is het Amsterdamse Waterlandplein. “Daar moest een lage plint komen met onder andere winkelvoorzieningen. Daarboven bevinden zich woningen die in direct contact staan met de straat. Verder is er veel hoogbouw, net zoals de bedoeling is in Hamerkwartier.” Ten slotte noemde De Jong MIX Amsterdam, een project in ontwikkeling in de wijk Osdorp. “Daar komen doorwaadbare binnengebieden, dat wil zeggen fraaie groene binnentuinen zonder begin of eind, als verlengstuk van de stad.”
Maakindustrie
Met name de actieve, commerciële plint, de hoogbouw en de doorwaadbare groene tuinen zouden volgens De Jong een gemene deler kunnen zijn tussen veel van de genoemde projecten en het nieuwe Draka-terrein. Want uiteindelijk draaide de sessie van De Jong daarom: hoe wordt, binnen de door de gemeente Amsterdam gestelde kaders, de toekomst van dat gebied? De Jong noemde alvast twee interessante uitdagingen. Een kleine – hoe in het ontwerp om te gaan met de toenemende hoeveelheid fietsen? – en een grote. “Hoe gaan de woningen en de bedrijven zich tot elkaar verhouden?”
Het vervolg van de sessie spitste zich op die laatste vraag toe. Martijn Overmulder, Senior Projectmanager van de gemeente Amsterdam, Frank van de Lustgraaf, Ruimtelijk Economisch Adviseur van de gemeente Amsterdam en Thijs van Dorssen, Development Director van projectontwikkelaar Hines Nederland, mengden zich in de discussie. “Nu is het nog een bedrijventerrein,” begon Overmulder, “maar straks moet het echt een mix worden van verschillende woningen en bedrijven. Met name de maakindustrie willen we graag voor de wijk behouden.”
Complexe puzzel
De cruciale vraag voor dit transformatiegebied is: hoe creëer je de juiste balans tussen wonen en werken, tussen levendigheid en functionaliteit, tussen kinderen en vrachtwagens, tussen spelen en bevoorraden? Ofwel, tussen buzz en baby? “Dat is inderdaad een complexe puzzel”, erkent Van de Lustgraaf. “want je wilt als bewoner niet elke paar uur worden geconfronteerd met vrachtwagens die bedrijven komen bevoorraden voor jouw voordeur en langs de stoep waar je kinderen spelen.” Veel vragen werden zo opgeworpen over de verschillende functies op straatniveau. Gelukkig volgden interessante suggesties als antwoord. Zoals het ontwikkelen van heel diverse blokken, het ene autoluw of zelfs autovrij, het andere juist functioneler.
De discussie werd spannend toen de stelling werd geponeerd dat de wens van de gemeente Amsterdam misschien wel te ambitieus is. Er werd gewezen op Kop van Zuid, het herontwikkelde havengebied in Rotterdam. Ook daar moesten bedrijven en bewoners broederlijk samenleven, maar in de praktijk begonnen de bewoners zich meer en meer te storen aan de soms luidruchtige bedrijfsactiviteiten. Is dat niet het doemscenario voor Hamerkwartier? Van Dorssen gelooft dat niet zo. “In andere buurten in Amsterdam werkt de combinatie van wonen en werken ook. Het hangt erg van het type bedrijf af.”
Van de Lustgraaf valt hem bij. “Draka was een grote kabelproducent. Maar de bedrijven die zich in het te transformeren gebied vestigen, zijn vooral kleinere, creatieve en schone productiebedrijven. Die mengen prima met woningen, heel anders dan de havenbedrijven in Rotterdam.” Overmulder denkt dat het ook wel zal meevallen, alleen al door de enorme vraag naar woningen. “Maar toch is het voor de langere termijn spannend. Het is best mogelijk dat er vanuit de gemeente extra zorg nodig is om bewoners en bedrijven ook in de toekomst bij elkaar te houden.” De gesprekspartners zien in elk geval alle vier de enorme kansen die de nieuwe woonwerkwijk biedt. De Jong vatte het nog het beste samen: “Té ambitieus bestaat niet”.
Dit artikel is gesponsord door de gemeente Amsterdam.