De provincie Zuid-Holland wil met de maatregel voorkomen dat er te weinig woningen worden gerealiseerd als er plannen uitvallen of vertragen. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) stelde onlangs dat er in heel Nederland te weinig bouwplannen zijn om het tekort aan nieuwe woningen op de woningmarkt terug te dringen. Eerder al trokken Zuid-Hollandse gemeenten bij de provincie aan de bel met een soortgelijk signaal: alleen plannen maken voor het verwachte aantal benodigde woningen is niet genoeg. Er zijn namelijk altijd plannen die vertraging oplopen of zelfs niet worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld vanwege bezwaar van omwonenden. De provincie heeft daarom nu besloten dat regio’s meer woningen mogen programmeren dan de verwachte behoefte: namelijk 30 procent meer.
Kwaliteit voorop
Gedeputeerde Adri Bom-Lemstra wil met de maatregel een impuls geven aan de woningbouw in Zuid-Holland, maar benadrukt dat het niet alleen om cijfers gaat: 'Met deze maatregel hopen we dat uiteindelijk 100 procent van de woningbehoefte daadwerkelijk gerealiseerd wordt, zodat er op den duur voor iedereen in Zuid-Holland een geschikte woning is. De juiste woning op de juiste plek wel te verstaan, want ook bij deze nieuwe werkwijze staat kwaliteit voorop.' Uitgangspunt is en blijft volgens Bom-Lemstra dat het woningaanbod aansluit op de vraag en in eerste instantie een plek krijgt binnen de bestaande steden en dorpen. 'Dat is waar mensen vooral willen wonen, dicht bij voorzieningen.'
Dichtstbevolkte provincie
De maatregel komt voort uit het Actieplan Woningbouw dat de provincie eind 2018 samen met het rijk heeft gelanceerd. Doel van dit actieplan is om versneld 100.000 woningen in Zuid-Holland, veruit de dichtstbevolkte provincie, te realiseren. Dit onder meer door de knelpunten aan te pakken die gemeenten hebben genoemd in het onderzoek ‘Katalyseren woningbouw Zuid-Holland’ (Fakton, 2018).
Lastige locaties
Eerder al lanceerde de provincie naar aanleiding van dit onderzoek de zogeheten ‘Vliegende Brigade’. Gemeenten kunnen deze inschakelen als zij specifieke kennis nodig hebben die ze zelf niet in huis hebben. Denk aan planeconomen of specialisten in woningbouwontwikkeling. Ook stelde de provincie geld beschikbaar om plannen op lastige binnenstedelijke locaties van de grond te krijgen.