De maatregel is Paarlberg (61) opgelegd voor het witwassen van de miljoenen die Willem Holleeder van de in 2004 geliquideerde vastgoedhandelaar Willem Endstra heeft afgeperst, in de jaren voorafgaan aan diens dood. De advocaat-generaal had de Hoge Raad al eerder geadviseerd de opgelegde maatregel definitief te verklaren. Het afgeperste bedrag bedraagt ruim zeventien miljoen euro. De overige miljoenen zijn zogeheten vervolgprofijt en voordeel uit heling.
Paarlberg en zijn advocaat hebben in cassatie betoogd dat het hof eerder de omvang van de criminele winst niet genoeg heeft gemotiveerd. Het zou gaan om oude feiten waarvoor de wet geen ontneming toelaat. De Hoge Raad verwierp dat verweer. De raad heeft de zaak zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat het cassatieberoep ongegrond is en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproept.
Doorvechten tot na de dood
In de strafzaak over dit feitencomplex werd Paarlberg in 2012 veroordeeld tot vier jaar cel. Ook daarin ving hij in cassatie bot bij de Hoge Raad. Paarlberg heeft altijd schuld ontkend. 'Ik blijf vechten om mijn onschuld aan te tonen', zei hij eerder. 'Zelfs tot na mijn dood. Dat heb ik bij een notaris laten vastleggen.'
Ook Holleeder kreeg van justitie de rekening gepresenteerd in een ontnemingsvordering. Deze pakte voor hem in hoger beroep gunstig uit: in eerste instantie bepaalde de rechter het bedrag op bijna achttien miljoen euro, in hoger beroep werd dit een kleine negen ton. Saillant detail is dat Holleeder Paarlberg in de veelbesproken tape van Peter R. de Vries omschrijft als 'een slachtoffer' en dat hem feitelijk geen blaam treft.