Elk jaar worden 250.000 eigenaren van erfpachtwoningen in Amsterdam aangeslagen voor de onroerende-zaakbelastingen. Dat geldt ook voor gebruikers/huurders van bedrijfspanden. Die aanslagen zijn gebaseerd op de WOZ-waarde van het vastgoed in kwestie. Dat is de marktwaarde met bepaalde ficties.
Het probleem is nu dat een deel van die marktwaarde eenzijdig door de gemeente wordt vastgesteld. Want, omdat de meeste woningen in Amsterdam op erfpacht staan en omdat de wet WOZ uitgaat van de (wets)fictie van woningen op eigen grond, verhoogt de gemeente Amsterdam de gevonden waarden met een opslag. Dit is de zogeheten erfpachtcorrectie. Die correctie komt neer op het er bij tellen van de marktwaarde het recht van het bloot eigendom, dat in handen is van de gemeente als grondeigenaar. Het bijtellen van de opslag leidt voor erfpachters tot een hogere WOZ-waarde en zo ook tot hogere te betalen belastingen.
Het valt te bezien of die opslag nog wel juist is. Die opslag blijkt te zijn gebaseerd op een onderzoek uit 1996 bij 75 woningen door de eigen belastingdienst. Bij dit onderzoek zijn de nodige vraagtekens te zetten. Zo lijken de uitkomsten erg in het voordeel van de gemeente te zijn geïnterpreteerd. En geldt die onderbouwing nu nog?
Door het krapper worden van de woningmarkt in Amsterdam zou het kunnen zijn, dat de markt wel eens nog minder rekening is gaan houden met de consequenties van erfpacht dan in het verleden al het geval was. Nieuw onderzoek laat zien dat ‘de markt’ veel minder corrigeert dan de gemeente doet. Dit zou ceteris paribus tot minder bijtelling leiden. Daarom wordt het tijd de erfpachtcorrectie te herijken en uit te gaan van meer recente en – meer marktconforme – parameters. Hierbij zou het de gemeente, gegeven haar erfpachtmonopoliepositie in Amsterdam, sieren tot een correctiemethode te komen die een breed draagvlak heeft.
Lees het betoog van vastgoedhoogleraar Peter van Gool: 'Erfpachtcorrectie Amsterdam is aan herziening toe'