Dat blijkt uit de Prologis Logistics Rent Index, het wereldwijde onderzoeksrapport van logistiek vastgoedonderneming Prologis, dat sinds 2015 de trends in netto effectieve huurprijzen in de belangrijkste logistiekvastgoedmarkten van Noord-Amerika, Europa, Azië en Latijns Amerika monitort.
De grootste huurstijging in Europa werd genoteerd in het Verenigd Koninkrijk met 13,1 procent, gevolgd door Duitsland (8,7 procent), Tsjechië (7,0 procent), Nederland (5,1 procent) en Zweden (3,9 procent). Op stad/regio niveau in Europa noteerde Prologis de hoogste stijgingen Londen, de Midlands (VK). Praag, Frankfurt en München. In Nederland waren Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Tilburg de hardste stijgers.
Explosieve groei vervangingskosten
Markten met de hoogste prijsgroei kennen lage leegstand en hoge drempels voor nieuwbouwprojecten. Op het Europese vasteland stegen de huurprijzen in 2021 gemiddeld met 'slechts' 4,8 procent, terwijl de vervangingskosten met dubbele cijfers toenamen. Prologis verwacht wel dat sneller stijgende huurprijzen deze kloof zullen versmallen.
Ondanks de brede versnelling van de algehele Europese vraag, noteerden markten met lagere wettelijke en geografische belemmeringen voor nieuw aanbod lagere huurprijzen, waaronder Polen, Bratislava en Boedapest. Toenemende vervangingskosten kunnen deze trend in 2022 keren volgens Prologis, aangezien de ontwikkelingsmarges steeds meer onder druk komen te staan.
Flinke daling leegstand
E-commerce en vlot spenderende consument creëren recordvraag naar logistiek vastgoed. Tegelijkertijd vertraagt het opleveringstempo van nieuwe panden door toenemende schaarste aan bouwmaterialen, arbeid en land. Nu deze enorme vraaggolf op een achterblijvend aanbod botst, is de leegstand van logistieke panden tot recordniveaus gedaald. In zowel Europa als Noord-Amerika daalde de leegstand met 140 basispunten tot respectievelijk 2,7 en 3,4 procent. Dat betekent dat de meeste markten een snellere huurstijging doormaken. Logistieke doorvoermarkten (gateways) noteerden de sterkste huurprijsstijgingen, vooral in de VS (25,8 procent op jaarbasis), waarbij verstoringen in de aanvoerketen het belang van controle over eigen voorraden versterkten.