Dat is de prikkelende stelling van Berno Strootman voor het debat dat Vastgoedmarkt organiseert op de Provada in samenwerking met Buck Consultants International op dinsdagmiddag 4 juni om 15.45 uur op de stand van Vastgoedmarkt/Transformatieplein (stand 11, hal 11). Het debat handelt over de toekomst van logistieke bedrijventerreinen en het afkalvende maatschappelijk draagvlak voor nieuwe projecten.
Aanleiding voor de discussie vormt de aankondiging van het College van Rijksadviseurs een onderzoek te starten naar de gevolgen van de verdozing voor het landschap. Landschapsarchitect Strootman, één van de drie leden van dit College, houdt zich binnen dit adviesorgaan van de regering specifiek bezig met het landschap. Verder zullen aanschuiven bij het debat: Hylcke Okkinga, directeur Nederland van het Belgische logistieke vastgoedbedrijf Montea; Richard Elich, business development manager DHG en René Buck, directeur van Buck Consultants International. Gespreksleider is Erik Wiegerinck, senior redacteur Vastgoedmark.
Over de aanleiding van het onderzoek zegt Strootman: ‘Het landschap staat steeds meer onder druk. En dat landschap is juist zo belangrijk voor recreatie, natuur en als (internationale) vestigingsvoorwaarde. Bovendien is elke vierkante meter hard nodig voor de verduurzaming van de landbouw. Een trend die daar dwars doorheen loopt is de enorme groei van de logistieke dozen in het landschap. Die ontnemen het zicht vanaf de weg op het landschap. Omdat ze zo ontzettend groot zijn komen ze bovendien vaak in het maagdelijke landschap terecht, de ‘greenfields’, en niet op bestaande bedrijventerreinen, de ‘brownfields’.
Volgens Strootman richt het onderzoek zich niet alleen op de grote XXL DC’s van 40.000 m2 en meer, maar op alle bestaande en nog te ontwikkelen distributiecentra groter dan 5.000 m2. 'We zien dat de verrommeling van het landschap ook vaak speelt door de kleinere dozen. Als je de verdozing vergelijkt met tuinbouwkassen dan is er veel minder concentratie. Logistieke dozen zijn veel meer verspreid, soms staan ze op speciale logistieke parken en in corridors langs snelwegen, of algemene bedrijventerreinen maar ook vaak solitair. Al is er geografisch gezien wel een duidelijke concentratie, waarbij Brabant er uitspringt.’
Volgens Strootman is het nog te vroeg voor definitieve conclusies. Na de zomer worden de uitkomsten van het onderzoek gepresenteerd en schrijft het College van Rijksadviseurs hun advies aan het kabinet.
‘Maar dat de maatschappelijke kosten hoger zijn dan de maatschappelijke opbrengsten, bij de huidige manier van ontwikkelen, is voor mij nu al duidelijk’, stelt hij. ‘Allerlei waarden die niet in geld zijn uit te drukken, zoals landschapsbeleving en biodiversiteit, komen onder druk komen te staan door de verdozing. We zullen in ieder geval gaan pleiten voor méér sturing door de betrokken overheden, niet alleen op gemeentelijk en provinciaal niveau, maar ook op Rijksniveau.’