In die zes jaar moest hij onder andere de door de Rabobank gewenste afbouw van Bouwfonds IM vorm en inhoud geven. 'De klus is nog niet helemaal geklaard, maar het overgrote deel van de portefeuille van aanvankelijk 7 miljard euro (begin 2012) is inmiddels in andere handen overgegaan.' Toch betekent het naderende einde van zijn opdracht bij Bouwfonds IM niet dat hij een stap terugzet: 'Net als in 2007 – vlak voor de crisis – beleven we een bijzondere tijd. Ik zeg niet dat er nu een nieuwe crisis komt, maar de vastgoedsector kan het huidige tempo niet aan. Ik zie voldoende uitdagingen.'
Enigszins opgelucht is Jaap Gillis dat de afbouw van Bouwfonds IM in de afrondende fase zit, maar hij is vooral trots op het resultaat dat hij met zijn team heeft bereikt: 'Het is een uitdagende opdracht gebleken. Toen ik zes jaar geleden door de Rabo Vastgoedgroep werd gevraagd om Bouwfonds Reim te leiden en lid van de hoofddirectie te worden – de naam werd later in Bouwfonds IM gewijzigd – ging ik er vanuit dat ik de portefeuille kon laten doorgroeien naar 10 miljard euro. Ik wist dat dat geen makkelijke opdracht zou zijn. In 2012 was er nadrukkelijk sprake van een vastgoedcrisis en was het moederbedrijf Rabobank druk bezig zich te heroriënteren op de strategie. De toekomst van Rabo Vastgoedgroep was zeker niet alleen voor buitenstaanders op dat moment onduidelijk. Maar ik zag beslist mogelijkheden om anticyclisch verder te groeien.'
Rabo Vastgoedgroep, waarvan Bouwfonds Reim deel uitmaakte, bestond op dat moment verder uit de financieringstak FGH Bank, MAB Development als ontwikkelaar van commercieel vastgoed en Bouwfonds Ontwikkeling, nu BPD, als internationale ontwikkelaar van woningen.
Heroriëntatie
De opdracht die Gillis bij zijn aanstelling als CEO van de fund & asset manager Bouwfonds Reim in 2012 kreeg, was – naast het vergroten van de winstgevendheid en een verdere groei van de portefeuille – het bedrijf te reorganiseren en stroomlijnen, mede door de internationale financiële crisis en de veranderingen in de globale beleggingsmarkten. De opgave waarvoor Gillis zich bij zijn nieuwe werkgever gesteld zag, was immers immens.
'Wij hadden zo’n 150 mensen op onze medewerkerslijst staan, niet alleen in Nederland maar ook in Duitsland, Frankrijk, Polen en de Verenigde Staten. De portefeuille die onder het label Bouwfonds Reim was gevormd, was divers. We hadden vastgoedfondsen voor particuliere en institutionele beleggers in portefeuille, maar waren ook verantwoordelijk voor de Berlage-portefeuille samen met partner IEF met veel Hema-, Bijenkorf- en oude V&D-panden en voor een flink aantal Amerikaanse assets. Daarnaast beheerden we een agrarische en infrastructurele portefeuille. Een van de eerste opgaven waarmee ik me direct serieus moest bezighouden, was een oplossing te vinden voor ons belang in de Amerikaanse woningbeheerder ZRS met een omvang van circa 1,8 miljard euro.'
Rabo Vastgoed Groep zat in een fase van strategische heroriëntatie en dat betrof ook alle divisies van Rabo Vastgoedgroep. Gillis kreeg de mogelijkheid om een nieuwe ambitie te formuleren voor de toenmalige portefeuille van circa 7 miljard euro. Terugkijkend constateert Gillis dat dat geen gemakkelijk en zeker geen vloeiend proces is geweest.
'Het belangrijkste is dat ik de focus op de portefeuille breder naar buiten heb kunnen brengen. Dus niet alleen meer gericht op vastgoed en een aantal vastgoedniches, zoals woningen, parkeergarages en commercieel vastgoed. We hebben bewust gekozen voor de term Real Assets, als verzamelbegrip voor vastgoedgerelateerde assets als parkeren, studentenwoningen, (communicatie)infrastructuur, maar ook landbouwgrond. Daarom hebben we – en ik spreek van 2013 – de naam veranderd in Bouwfonds Investment Management.
Marktomstandigheden
Was het aanvankelijk zo dat Gillis van de Rabo Vastgoedgroep de vrije hand zou krijgen om de portefeuille van Bouwfonds IM te laten doorgroeien, de marktomstandigheden wezen al snel in een andere richting. In oktober 2014 maakte Rabobank bekend zijn belangen in het vastgoed voor een deel af te willen bouwen om de eigen balans te verkorten. Dat betekende concreet het einde van de aparte ontwikkelingstak MAB Development (commercieel vastgoed). Maar het betekende ook het onderbrengen van een deel van de vastgoedfinancieringsportefeuille van FGH Bank binnen de Rabobank en daarmee het einde van de FGH Bank. Ook het onderzoeken van de mogelijkheid om Bouwfonds IM in zijn geheel af te stoten maakte deel uit van deze andere koers.
Gillis: 'Als CEO was het – naast mijn betrokkenheid als bestuurder van de Rabo Vastgoedgroep – dus mijn primaire taak om samen met collega’s van de Rabobank en Rabo Vastgoedgroep, met haar adviseurs, gegadigden te vinden voor Bouwfonds IM als geheel. Daarin zijn we toen bijna geslaagd. We waren vergevorderd om onze hele portefeuille bij een partij onder te brengen, maar dat is op het allerlaatste moment niet doorgegaan. Mede om die reden werd eind 2015/begin 2016 besloten tot een nieuwe strategische heroriëntatie, waarbij niet langer werd uitgesloten dat de afbouw in delen en fasen zou plaatsvinden. Daarmee zijn we medio 2016 gestart.'
Terugkijkend benadrukt hij hoe ingrijpend dit alles is geweest voor de medewerkers en voor het management. 'Voor iedereen binnen het bedrijf is de toekomst lange tijd onzeker geweest. Niemand wist of hij binnen afzienbare tijd nog een baan zou hebben. Sommige medewerkers kozen er om die reden voor om hun toekomst elders te zoeken. Dat was niet altijd makkelijk, omdat je dan expertise, contacten en ervaring kwijtraakt, die je niet zo snel terug hebt. Daar kwam nog bij dat, juist toen de markt weer begon aan te trekken, het moeilijk werd goede en talentvolle nieuwe medewerkers aan te trekken, zonder dat je hen een duidelijk perspectief op de toekomst kon bieden.'
Hernieuwde belangstelling
De afbouw van Bouwfonds IM in delen is uiteindelijk vanaf half 2016 goed gaan lopen. Gillis: ‘We hebben daarbij zeker geprofiteerd van de hernieuwde aantrekkelijkheid van de vastgoedmarkt. Zoals Bouwfonds IM eind februari van dit jaar bekend maakte, is inmiddels voor ruim 4 miljard euro van de 6 miljard (eind 2016) van de portefeuille van Bouwfonds IM in andere handen overgegaan, inclusief het grootste deel van de medewerkers. Daarbij volgde begin mei nog de portefeuille van het Europese Residential Fund, met een omvang van 1 miljard euro, dat naar Catella is gegaan.
Gillis: 'Het hele proces, met name de management buy-out van een aantal vastgoedfondsen, is uitermate complex geweest en vergde veel inzet en zorgvuldigheid van alle betrokkenen. Ik vind het ook een uiterst bevredigend resultaat dat we verreweg de meeste medewerkers van Bouwfonds IM in Hoevelaken en buiten de landsgrenzen perspectief hebben kunnen bieden op een nieuwe, uitdagende toekomst.'
Toekomst
Voor hemzelf zit de taak bij Bouwfonds IM er per het einde van het vierde kwartaal van 2018 op. In Hoevelaken blijven nog zo’n twintig medewerkers betrokken bij het managen van het resterende deel van de oorspronkelijke portefeuille, goed voor circa 1 miljard euro per 15 mei 2018. Gillis weet dat zijn opdracht voltooid is en draagt zijn resterende werkzaamheden over aan Marnix Boessenkool (CFO), met wie hij de afgelopen twee jaar de directie vormde.
'Het zijn zes boeiende en ingrijpende jaren geweest. Iedereen die mij kent, weet dat ik volledig committed ben als ik ergens een taak oppak.' Toch ziet hij zijn rol in de vastgoedsector na het Bouwfonds IM-avontuur niet uitgespeeld. 'Ik sta met mijn ervaring en contacten voor honderd procent in de branche en ga er vanuit dat ik de komende jaren een rol zal kunnen blijven spelen. Ik voel me fit, vind vastgoed nog steeds erg leuk en uitdagend.' Een concrete nieuwe uitdaging kan hij echter niet melden, daar is het te vroeg voor, mede omdat hij nog niet weg is bij Bouwfonds IM.
'Het gaat op dit moment opvallend goed met de economie en dus ook met vastgoed, maar het blijft een open vraag hoe lang de euforie in de sector voortduurt. Als ik nu naar de vastgoedmarkt kijk, vrees ik toch dat vraag en aanbod niet synchroon lopen. We zitten bijna weer op het niveau van 2008, vlak voor de crisis. Vooral op het gebied van de woningmarkt. De prijzen van woningen blijven maar stijgen, maar ik denk dat de echt uitbundige groei nu wel voorbij is. Ik ben ook verbaasd dat de inflatie nog steeds zo laag ligt, net als de rente. Hoewel het consumentenvertrouwen licht begint te stagneren. Ik verwacht overigens niet dat we weer snel met een crisis worden geconfronteerd, tenzij de globale politieke en economische situatie drastisch verandert. Tegen dat licht moet je toch constateren dat we weer een mooie en bijzondere tijd beleven, ook voor het vastgoed. Het herstel na 2008 is toch opvallend snel gegaan, misschien wel iets te snel.'
Wie is Jaap Gillis?
Gillis kwam bij Bouwfonds Reim van de private vastgoedonderneming Redevco, waar hij als COO verantwoordelijk was voor het ontwikkelen voor de eigen beleggingsportefeuille, vooral in nieuwe markten als Centraal- en Midden-Europa, Turkije en China. Daarvoor werkte hij in leidinggevende ontwikkelings- en beleggingsposities in zowel binnen- als buitenland. Onder andere als CEO bij Multi Vastgoed en bij ING Real Estate International. Hij was in 2008 een van de initiatiefnemers van de Dutch Green Building Council.
Hij begon zijn loopbaan bij bouwbedrijf Wilma om vervolgens over te stappen naar een bank, NMB Postbank Groep, later opgegaan in wat ING Real Estate is gaan heten, na de fusie met Nationale Nederlanden. Ook was hij vier jaar commissaris bij Majid Al Futtaim uit Dubai.
Gillis was ook voorzitter van de Europese afdeling van de International Council of Shopping Centers, lid van het bestuur van de IVBN en vicevoorzitter van de Urban Land Institute Nederland. In 2008 werd hij gekozen tot Vastgoedman van het Jaar 2007, de prestigieuze onderscheiding van Vastgoedmarkt. In 2016 werd hij Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.