Publiciteit naar je hand zetten door journalisten met onwelgevallige meningen te oormerken. Weinig organisaties laten zich erop betrappen. Een uitzondering in Nederland speelt een vooraanstaande rol in het coronabeleid. Ik heb het over het RIVM, het instituut dat het kabinet de theoretische onderbouwing voor de lockdown verschaft.
Het zijn spannende tijden voor het RIVM. Hoe vaak moet zo’n gerenommeerd onderzoeksinstituut voor het hekje verschijnen? De opheffing van de lockdown is inzet van een juridisch offensief van Viruswaanzin.nl. Volgens de actiegroep is er geen rationeel motief voor handhaving van de lockdown, omdat de gevaren van corona niet groter zijn dan die van influenza. Een kort geding tegen de Nederlandse staat staat voor 25 juni op de rol. Als het aan Viruswaanzin.nl ligt, moet ook het RIVM zich voor de rechter verantwoorden.
Het juridisch offensief gaat gepaard met stevige taal van Viruswaanzin.nl. ‘Het RIVM speelt een merkwaardige rol. De afgelopen maanden hebben een groot aantal wetenschappers geklaagd over het gebrek aan openheid. Wij vermoeden dat het RIVM onderzoeksresultaten heeft vervalst en Van Dissel (directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding – red.) de Tweede Kamer mogelijk onjuist voorlichtte.’
RIVM: ‘Willen we hier iets mee?’
Interessant materiaal voor een artikel. Maar dat vraagt natuurlijk om hoor en wederhoor. Ik zoek contact per e-mail en wat ik van het RIVM terugkrijg, stemt me tot nadenken. De reactie zelf laat zich samenvatten met: ‘In de coronacrisis hebben we optimale openheid betracht.’ Maar dan de interne e-mail die er onder hangt. ‘Aloha. Willen we hier iets mee? Hanff is een gekende tegenstander van het coronabeleid’, aldus woordvoerder A aan woordvoerder B.
Ik begin te vrezen dat het RIVM onderscheid maakt tussen kritische journalisten en journalisten die opschrijven wat het RIVM voor ze in gedachten heeft. Vandaar mijn drie vervolgvragen: ‘Houdt het RIVM een lijst bij van 'gekende tegenstanders' van het coronabeleid? Zo ja, op basis waarvan? Wat maakt de mening van een journalist uit voor het antwoord van het RIVM?’
Interne mail RIVM doorgestuurd
Niets aan de hand, zegt woordvoerder B: ‘de mening van een journalist maakt niet uit voor het antwoord’, ‘we houden geen lijst bij van ‘gekende tegenstanders’’ en ‘we beantwoorden vragen op basis van feiten’. Waarom dan die waarschuwing van woordvoerder A voor deze kritische journalist? Woordvoerder B lijkt zich niet te realiseren dat hij de interne e-mail van zijn collega heeft doorgestuurd. Daar moet ik hem eerst op attenderen.
Dat helpt, woordvoerder B komt met uitleg. Zijn collega heeft op mijn Twitteraccount gezien dat ik ‘op zijn minst’ geen voorstander ben van de genomen maatregelen. ‘We krijgen ook veel vragen van tegenstanders van het beleid die zich journalist noemen, maar dat niet zijn. Dit leidt dan soms toch tot erg ongemakkelijke gesprekken waarin ook bedreigingen worden geuit. Zo’n opmerking is dan vooral bedoeld om hierop voorbereid te zijn.’
Wetenschappelijke integriteit RIVM
Zien de persvoorlichters van het RIVM werkelijk niet het verschil tussen een journalist en iemand die zich er voor uit geeft? Ik stuurde mijn vragen via een account van uitgeverij Vakmedianet, maakte mezelf bekend als senior redacteur van Vastgoedmarkt en op mijn Twitteraccount link ik naar mijn eigen artikelen. Woordvoerder B nog een keer: ‘Ik heb zelf meegemaakt dat ik ben uitgescholden en bedreigd. Dat maakt ons misschien wat wantrouwig. In dit geval zeker onterecht. Sorry daarvoor.’
Na een dag e-mailen met de voorlichter van het RIVM geef ik de hoop op dat ik verder met hem ga komen. Een belangrijke vraag blijft staan. Een organisatie die al onder vuur ligt wegens gebrek aan transparantie, krijgt het niet voor elkaar om met open vizier te reageren op vragen van de pers. Hoe zit het dan met de wetenschappelijke integriteit?