10 miljoen
De gemeente Rotterdam verzocht de minister een bindende uitspraak te doen omdat Woonbron, onder de voorwaarden die de gemeente Rotterdam stelde, geen extra investering wilde doen uit eigen middelen voor de aanpak van de particuliere woningvoorraad van Rotterdam-Zuid. De sociale en fysieke aanpak is onderdeel van de Rotterdamse Woonvisie en het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. In dat kader verlangde de gemeente van Woonbron een extra investering van 10 miljoen euro voor de sloop en herontwikkelingen van particuliere woningen.
Daar waar het bouwen, beheren en verhuren van huurwoningen tot een huur van ca. 720 euro per maand voor woningcorporaties geldt als een publiek opgedragen taak en aangemerkt wordt als Dienst van Algemeen en Economisch Belang (Daeb), gelden andere investeringen bijvoorbeeld in commercieel vastgoed of ander particulier bezit als niet-Daeb. Dus niet voor woningbouwverenigingen.
Verder praten
Het is volgens minister Ollongren nu aan betrokken partijen om opnieuw met elkaar in overleg te gaan. De Rotterdamse corporaties en de gemeente, hebben voorafgaand aan de indiening van het geschil al laten weten dat zij ongeacht de uitspraak gecommitteerd blijven aan de afspraken uit het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid.
Beleggers buiten de deur
In december 2018 zette de gemeente het zware geschut in bij de verwerving van 138 woningen aan de Urkersingel en de Walchersestraat en een bedrijfsvestiging aan de Bevelandsestraat. In samenwerking met corporatie Woonbron probeerde de gemeente deze in het kader van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) te verwerven. Geregeld gooien beleggers echter zand in de machine. Door gebruik te maken van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten (WVG) moesten bewoners hun huis nu eerst aanbieden aan de gemeente. 'Een forse maatregel', erkende wethouder Bas Kurvers in december 2018. 'Maar die nemen wij niet lichtvaardig. We willen voorkomen dat de vele beleggers die de laatste tijd de weg vinden naar Rotterdam toekomstige ontwikkelingen onmogelijk maken.'