Voor het blad van de Vereniging van Onroerend Goed Onderzoekers Nederland (VOGON) maakten Huub Ploegmakers (Radboud Universiteit Nijmegen), Rick Eijkelkamp (Droogh Trommelen en Partners), Maartje Lucassen (Stec Groep) en Cees-Jan Pen (Fontys Hogescholen) een empirische analyse van het effect van het aandeel horecazaken op de bestedingen in de niet-dagelijkse branches als mode en vrije tijd.
Het aantal horecapanden in stads- en dorpscentra is de de afgelopen 15 jaar met vijftien procent gestegen van 38.000 naar meer dan 43.000. Met name het aantal lunchrooms, snackbars en ijssalons is gegroeid. Deze toename werd nog eens bevestigd in het jaaroverzicht van de NVM dat in 2018 een flinke toename van het aantal horecatransacties liet zien.
Meer combinatiebezoek
De onderzoekers wijzen op de teneur in retailland dat horeca goed is voor het lokale winkellandschap en een belangrijke bijdrage levert aan de vitaliteit. Spannende combinaties van horeca en detailhandel kunnen zorgen voor onderscheidend vermogen. Bovendien zou aanbod aan vrijetijdsbesteding en diensten ook meer leiden tot 'combinatiebezoek'.
Bestaand onderzoek
Veel onderzoek naar de relatie tussen het horeca-aanbod en de omvang van de winkelbestedingen is er niet. Ploegmaker, Eijkelkamp, Lucassen en Pen refereren wel naar onderzoek van Teuling et al. (2017) naar de rol van afstand binnen winkelgebieden. Hieruit blijkt dat de winkelhuren en passantenstromen groter zijn aan de randen van winkelcentra als daar horeca-zaken zijn waar mensen langer willen verblijven. Een ander onderzoek (Brouwer en Tool – 2018) laat echter zien dat diverse centra minder leegstand kennen maar dat het aandeel horecavoorzieningen daar geen invloed op heeft.
Geen stimulerende invloed
Ook uit de analyses die voor Real Estate Research Quarterly zijn gemaakt komt geen stimulerende invloed van horeca op uitgaven per vierkante meter in niet-dagelijkse branches naar voeren. Er lijkt zelfs een sprake te zijn van een negatief effect van horeca op de verkopen per vierkante meter in de dagelijkse sector. Alleen in centra waar het aantal soorten winkels en voorzieningen groter en en gelijkmatiger verdeeld is, zijn de uitgaven in de dagelijkse branches hoger. 'Dit suggereert dat consumenten de aankoop van voedingsmiddelen willen combineren met de aanschaf van andere producten en diensten. Bij dit soort vormen van runshoppen staat gemak namelijk centraal'.
Effecten blurring
Enigszins vergoelijkend stellen de onderzoekers dat de het horeca-aanbod weliswaar niet de bestedingen in detailhandel opschroeft maar wel het verlies aan winkels (gedeeltelijk) heeft opgevangen en ook de verblijfs- en ontmoetingsfunctie van deze centra zal versterken. Ook hebben de onderzoekers alleen gekeken naar de traditionele vormen van horeca terwijl ze erkennen dat de grenzen tussen horeca en andere branches vervagen. 'Het gaat hierbij niet alleen om het bijna symbolische wijntje bij de kapper, ook een groeiend aantal retailers integreert elementen uit de horeca. Om de effecten van blurring te evalueren zouden bestedingen op het niveau van individuele winkelvestigingen onderzocht moeten worden.'