Is het gebouw nou zo slim of zijn wij nou zo dom?

Is het gebouw nou zo slim of zijn wij nou zo dom?
Elsbeth Quispel

Op het gevaar af dat we door de data het gebouw niet meer zien, is het verzamelen van data niet meer te stoppen.

Dat gaat soms zo ver dat we niet eens meer overzien wat we wel en niet willen – of mogen – weten. Niet in de laatste plaats omdat we feitelijk alles inmiddels ook kunnen meten en verzamelen. Ook voor het koppelen, analyseren en combineren van al die data op één systeem draaien we onze hand niet meer om. Of dit nu op gebouw- of op portefeuilleniveau is. 'Smart buildings' hoe nieuw is het vandaag de dag nog?

Maar de disruptie in de vastgoedsector gaat door. De investeringen in proptech (real estate technologie, EQ) op jaarbasis zijn gigantisch. Volgens een recent gepubliceerd rapport door RE:Tech is er in 2017 voor ruim 12,6 miljard dollar in proptech geïnvesteerd, een verdrievoudiging ten opzichte van 2016 (4,2 miljard) en verzesvoudiging ten opzichte van 2015 (1,8 miljard). Ondanks de 'top notch' staat van nieuwe gebouwen – ontwikkeld met toepassing van de nieuwste bouwtechnieken, installaties en inrichtingen – zijn er continu nieuwe toepassingsmogelijkheden. De enorme toename van het aantal apparaten en slimme sensoren zorgt voor een continue versnelling van innovatie in de gebouwde omgeving. Zonder computers, smartphones en tablets mee te rekenen, voorspelt Gartner dat er meer dan 20 miljard IoT-apparaten zijn in 2020, drie keer zoveel als in 2016.

Juist proptech maakt dat gebouwen steeds minder een kostenpost zijn, maar vooral een middel om bedrijfsprocessen optimaal te ondersteunen. We ontwikkelen geen kantoren maar verblijfplaatsen, die ervoor zorgen dat gebruiker en bezoekers zich er prettig voelen en efficiënt hun werk kunnen doen. Een slim gebouw is in staat een hoge mate van comfort te bieden en faciliteert de gebruikers actief.

Bijvoorbeeld door aan te geven welke werkplekken beschikbaar zijn, passend bij de geplande werkzaamheden voor die dag. Ook kan het aangeven waar een collega zich in het gebouw bevindt en onthouden of je liever espresso of cappuccino drinkt. Bovendien kan een slim gebouw zich eenvoudig aanpassen aan nieuwe gebruikerswensen, in het geval van nieuwe huurders. En dat op individueel gebruikersniveau.

We kunnen dus alles weten van het gebouw en van iedereen die zich in het gebouw begeeft. Maar niet zonder meer. Dat technologie het kán maakt nog niet dat de gebruiker het ook wíl. Daar komt bij dat het nog maar de vraag is of alle data die we van en over gebouwen verzamelen ook zinvol en bruikbaar is. Op voorhand weten we dit vaak niet.

En dat is meteen een van de grote dilemma's: hebben we liever een dataoverschot en zien we later wel? Of verzamelen en gebruiken we data heel gericht en efficiënt? De wereld van data ligt aan onze voeten. Het beschikken over een overvloed aan data klinkt nu misschien nog als een luxeprobleem dat de technologische ontwikkelingen niet zal gaan afremmen. Maar als we straks niet meer weten wat we met alle data moeten, laat staan mogen, zijn we dan zelf wel zo 'smart'?

Over de auteur:
Elsbeth Quispel is head of Strategy & Innovation bij Cushman & Wakefield.

Deze column verscheen in Vastgoedmarkt van september 2018.