De grote institutionele beleggers klagen op bescheiden toon met hen mee. Onderzoek in opdracht van Vastgoedmarkt wijst uit dat diezelfde ontwikkelaars en beleggers een grondpositie hebben voor de bouw van woningen van pakweg 16.000 hectare, ofwel ruimte voor de bouw van 400.000 woningen. Daarmee kunnen zij de komende vijf jaar voorzien in de bouw van 75.000 woningen, het jaarlijkse aantal nieuwbouwwoningen waar beleidsmakers op aansturen.
Toegegeven, een grondpositie is nog geen bouwrijpe kavel. Voordat overal in het land de eerste palen de grond in kunnen, moet er meestal nog iets gebeuren: een bestemmingswijziging, aanleg van infrastructuur en ontsluiting van een nieuwe wijk met wegen en openbaar vervoer. Om daar wat vaart in te houden is het natuurlijk zaak om het probleem van de woningnood voor de snorrende camera's beslist niet kleiner te maken dan het is. Dat verklaart de grote urgentie in de boodschap van ontwikkelaars en beleggers die in de media weerklinkt: 'Overheid, help ons nou toch! Maak nu de weg voor ons vrij, anders zal het nijpende tekort aan woningen de samenleving (verder) ontwrichten.'
Wie met de uitkomsten van de inventarisatie van de grondposities in het achterhoofd de boodschap van de ontwikkelaars en beleggers beluistert, hoort duidelijke verschillen in het verhaal van de diverse ontwikkelaars. Zo heeft ontwikkelaar BPD alle reden om aan te dringen op groen licht voor het bouwen in agrarische gebied rondom de steden. Daar ligt immers de bulk van zijn grondpositie. Anderen houden juist een pleidooi voor de herontwikkeling van bouwlocaties in binnenstedelijk gebied. Wie de plaatjes achterin deze editie van Vastgoedmarkt ziet, weet ineens waarom.
Het is natuurlijk niet vreemd dat marktpartijen hun kaarten zo veel mogelijk tegen de borst houden. De belangen gemoeid met deze ontwikkelprojecten zijn immers groot. Anders wordt het, wanneer partijen op vragen van de pers botweg weigeren een antwoord te geven. Een voorbeeld daarvan is de recent gesloten Ringpark-deal tussen de Amerikaanse Fortress Investment Group en Round Hill Capital, met in een bijrol projectontwikkelaar Boelens de Gruyter.
Van een afstandje bekeken heeft de transactie alle ingrediënten in zich voor een spannend verhaal over handjeklap in de vastgoedsector: twee leveringen op één dag, waarbij het vastgoed een tussentijdse waardesprong maakt van 28,5 naar 70 miljoen euro. Waar hebben wij dat eerder gezien? Iedereen in de sector heeft het over deze deal, maar de betrokken partijen spelen stommetje. Waarom? Hebben zij soms iets te verbergen?
Wie de transactie uiteenrafelt, ziet allerhande mogelijke verklaringen voor die waardesprong. Waarover ik mij de meeste zorgen maak, is dat de betrokken partijen op vragen hierover niet direct een helder en duidelijk antwoord geven. Natuurlijk, de belangen gemoeid met de transactie zijn groot. Maar hadden wij niet ten tijde van de vastgoedfraude met elkaar afgesproken dat de sector zou streven naar ultieme transparantie?
Dit hoofdredactioneel commentaar is verschenen in Vastgoedmarkt van juli/augustus 2018.